De berenloop is weer achter de rug! Ongeveer 4000 lopers en loopsters hebben de marathon of de halve marathon volbracht. Over hoe het was en hoe het ging, later meer. Er is door vrijwel iedereen van ons groep heel goed gepresteerd. Voor mij was het echter puur afzien. Zes minuten langzamer gelopen dan vorig jaar, maar dat is het ergste niet. Ik heb ditmaal niet echt genoten van de loop, ik had overal pijn en het was immens zwaar. Bij de eerste kilometer bekroop mij al de gedachte om uit te stappen, maar nee. Gewoon maar proberen. Al na zeven kilometer was ik volkomen kapot en uitgewoond, niet meer en niet minder. Een virusje? Of was het die lage rugpijn waardoor ik helemaal ging verstijven? Geen idee. Toch was het al met al een mooi weekend. Eerst dus een kort verslag van de dagen vóór de loop.

In februari al hadden wij het appartement in hotel Boschrijck gereserveerd. Dat moest wel, want de berenloop kent zo’n grote populariteit dat er binnen de kortste keren niet meer kan worden ingeschreven.
Vrijdag gingen Helmie, Ton en ik met de trein – met overstap in Amersfoort en Leeuwarden – naar Harlingen, waar om kwart voor drie de snelboot naar Terschelling ging. Wij waren er een uur eerder, dus ruim de tijd om ergens een lunch te nuttigen. Mike en Henk belden Helmie daar, zij waren met de auto naar Harlingen gekomen en waren nèt gearriveerd.
De overtocht en de wandeling van de haven naar Boschrijck verliepen voorspoedig. Meteen bezetten we dezelfde kamers als vorig jaar. Mensen blijken gewoontedieren.

Die dag hebben we gegeten in ‘De Heksenkelder’ waar de keuken voortreffelijk was en vooral de mosterdsoep met spekjes aan te raden. In het dorp, onder de vertrouwde Brandaris, kwam ik ex-kamergenote bij het ministerie van OCW Will tegen met haar zus – die ik een tijdje terug zag bij de Oranjeglazenhuissluis-loop – en twee vrienden. Later zou ik haar weer even zien bij Hessel, en weer later na de loop. Op die zondag had ik nog een vrij onverwachte ontmoeting, maar daarover straks meer.

Hessel dus. ’s Avonds gingen we met de bus naar zijn café ‘De Groene Weide’, dè ontmoetingsplek van veel toeristen en al vele lange jaren een oergezellige tent. En elke avond, jaar in, jaar uit, optreden van de vrolijke kroegbaas Hessel, bij leven al een legende.

Weer bouwde hij er in z’n eentje een stevig feestje van. Het blijft leuk, ook al heb ik ‘m nu al een aantal jaren achter elkaar gezien en gehoord. Zijn repertoire wordt ook steeds meer uitgebreid, zo kwamen naast nummers van Bruce Springsteen en John Denver ook nummers van Van Dik Hout en Blöf voorbij. En uiteraard een aantal van zijn eigen nummers. Hij brengt het allemaal met veel verve en overtuiging.
We gingen met de nachtbus van kwart voor één terug naar het hotel. Daar nam ik nog een warm ligbad, we gingen even zitten en daarna naar bed.
Zaterdag 4 november – Ontbijtloop

De volgende dag namen we evenals vorig jaar deel aan de Ontbijtloop. Of in goed hollands: Breakfast Run, en dat door een mooi bos. Wij konden kiezen tussen vijf en tien kilometer, we kozen voor de laatste afstand. Het was bedoeld als warming up voor de Berenloop, dus ging het in een rustig duurlooptempo, zeg tussen de 5 en de 6 minuten per kilometer. Het accent lag op het genieten van de omgeving. Ik had de camera meegenomen om onderweg beelden van de loop en van de prachtige herfstkleuren te nemen.
Helmie en Ton deden er 49 minuten over, Henk 58 minuten en Mike en ik 59 minuten. Na afloop kon er worden gezwommen en ontbeten in het zwembad van het hotel, waar we eerder ook hadden ingeschreven en ons hadden omgekleed.
Naderhand konden wij onszelf – Helmie als derde dame en ikzelf bij het ontbijt – terugzien op televisie, via de kabelkrant Terschelling.

Weer later hebben we fietsen gehuurd en een fietstocht gemaakt. Daarin was een korte strandwandeling begrepen en een bezoek aan een ‘cranberry-museum’. Naast allerlei produkten die op de befaamde veenbes zijn gebaseerd, werden ook gebruikvoorwerpen en tal van opgezette vogels die op het eiland voorkomen, geëxposeerd.
In een belendende ruimte was ook een proeverij van allerlei Cranberry-drankjes: wijnen, sappen, ‘bittertjes’ en likeur. Zelf was ik nogal gecharmeerd van ‘Smientjes’, een zachte likeurachtige wijn. Daar heb ik nog een fles van gekocht ‘voor thuis’, naast een glazen fles met cranberry-thee en cranberry-rozijntjes.
Vervolgens een kort bezoek aan het Wrakkenmuseum. Ton liet zich daar een flink bord nasi goed smaken, de anderen beperkten zich tot chocolademelke, koffie, pannenkoeken en/of cranberry-gebak.
Toen vlug terug, naar het VVV-kantoor in West-Terschelling. Ik moest daar een huur-chip regelen, want vorige week ben ik mijn hardloopschoenen kwijtgeraakt, met daarin mijn vaste chip. We kwamen daar ook nog de andere mensen van Haag Atletiek tegen.
En of het allemaal nog niet genoeg was, hebben we aansluitend op het VVV-bezoek nog een stuk gewandeld. Eerst ging het duin-opwaarts, vanwaar je een mooi uitzicht hebt op de haven en het wad van West-Terschelling. Daarna daalden wij af en keerden via een omweg door de duinen terug. We liepen op een pad langs de kust, met een mooi uitzicht over het wad met ondergaande zon.
Zelf keerde ik terug naar huis, terwijl Ton, Helmie en Mike in de buurt van de haven bleven om daar koffie te drinken. Het wachten was nu nog op Margreet. Zij zou komen maar op dat moment was nog niet duidelijk wanneer. Thuisgekomen – Henk was daar trouwens al – hebben wij een fles wijn voor de helft soldaat gemaakt onder het genot van crackertjes met brie. Korte tijd later belde Helmie, we gingen samen terug naar het dorp om te gaan eten.

(WORDT VERVOLGD)
Filed under: Sport | Leave a comment »