Gisteren was een veelbewogen zaterdag. Daar is geen woord teveel van gezegd. In de ochtend ben ik gaan hardlopen, niet met de groep want die trainingen lopen altijd uit en ik had een vol programma die dag. Ik heb 70 minuten gelopen naar en door de duinen en een flink stuk over het strand. Dat ging lekker, ik heb zelfs vrij steile duinen niet vermeden en slaagde erin de strandopgang en vervolgens die steile trap bij strandtent De Kwartel zonder te wandelen op te gaan, ondanks dat ik hier en daar wegzakte in het mulle zand.
Thuisgekomen gedouchd en even later met de tram naar de stad om een cadeautje te kopen voor mijn zwager die dit weekend kwam logeren met mijn schoonzus en zoon. Een tijd heb ik rondgelopen bij De Slegte, en ofschoon er genoeg boeken waren, waaronder erg fraaie, zocht ik eigenlijk iets dat inhoudelijk meer om het lijf had. Uiteindelijk kocht ik bij Verwijs in de Passage de engelstalige versie van Bill Brysons bestseller ‘een kleine geschiedenis van bijna alles’, wat dan uiteraard ‘A Short History of Nearly Everything’ heet.
Wederom naar huis en wederom snel weer weg, want ik had met een groepje afgesproken bij Vlaggetjesdag. Altijd leuk om daar een beetje rond te kuieren en uiteraard een harinkje bij de staart te vatten. Als eerste zag ik Marjolein, naderhand bij het Brouwcafé de anderen. Een rondje bier getracteerd, waarna we buiten, aan een tafeltje, opeens met een stel in gesprek kwamen over politiek en zo. Daarna gingen we een beetje slenteren over de haven en op de boulevard.
Volgens de kenners is de haring wat minder goed van kwaliteit (minder vet) dan andere jaren, maar Jan Letsch adviseerde mij om bij één bepaalde kraam, nota bene gerund door Turkse mensen, haring te kopen omdat die daar naar verhouding goed was. Daar kocht ik dus mijn eerste broodje haring en dat ging er in als koek. Het smaakte best wel. Uiteindelijk kwamen wij bij Simonis terecht voor een tweede ronde haring, waarbij Jan L. tracteerde op witte wijn. Marjolein op haar beurt tracteerde op de vis. De kibbeling waar ik op dat ogenblik trek in had was erg duur, ruim tien euro, maar er was wel frites en saus bij en er bleek voldoende kibbeling van uitstekende kwaliteit (echte kabeljauw) te zijn om er met z’n allen van te eten. Bij Simonis troffen wij ook nog de voorzitter van Haag Atletiek, Ruud Fabrie, met zijn vrouw Ariadne. Even met het span op de foto!
Om 18.00 uur zou Piet Veerman optreden maar dat heb ik niet meegemaakt omdat op dat moment The Hague Jazz begon. Als de wiederweerga weer naar huis gefietst want daar lag mijn toegangskaartje.
Thuis gekomen zat mijn schoonfamilie er al. Maar het was kwart voor zes dus ik ontpopte mij niet tot een echt gezellige gastheer. Ticket gepakt en snel naar het Congresgebouw gepeddeld, dat nu World Forum heet.
Meteen na binnenkomst naar de Livin’Blues Xperience gegaan die optrad in Blakey’s Corner, vlak bij de ingang. Een erg goed optreden van Nico Christiansen, de enige echte Livin’ Bluesman, en zijn mannen. Zo goed zelfs dat dit niet makkelijk overtroffen zou kunnen worden deze avond. Nico is trouwens nog steeds erg lenig, niet alleen fysiek maar ook qua stem, die klinkt als vanouds.
Hiernaast The Livin’Blues Xperience. Daarna raakte ik verzeild bij de Woodstreet Big Band (ik had aanvankelijk Joris Teepe Big Band opgeschreven, maar dit is inmiddels na een kanttekening van Frans Kop gecorrigeerd. Dank Frans!). Grappig, The Livin’ Blues zongen zojuist een van hun bekendste nummers, Wang Dang Doodle, en dat nummer werd ook door deze bigband gecoverd. Ook dit was een erg leuk optreden. Ik zag nog mijn achteroom, de hiervoor eerder genoemde Frans Kop, die tijdens het optreden foto- of filmopnamen maakte. Na afloop van het optreden sprak ik hem nog even, vrienden van hem maken deel uit van deze band.
Na achtereenvolgens concerten van Giovanca en Wende heel fragmentarisch te hebben bijgewoond, koos ik voor Eric Vloeimans als volgende act. Het werd een optreden met de Korzo Dancers, die een mooie en grappige choreografie uitvoerden en dat onder begeleiding van mooi-uitgerekte, galmende klanken die Eric uit zijn trompet wist te toveren. Heel bijzonder, maar ook hier ben ik niet tot het eind gebleven.
Eerder had ik met Henriëtte van de club gesproken, ze opereerde als vrijwilligster deze avond maar haar taak zat er bijna op. Ze zou mij een sms-je sturen opdat wij samen nog wat optredens konden zien. Alzo geschiedde. Henriëtte had een gedeelte van het optreden van Waylon gezien en sms-de dat ze naar Gino Vanelli ging. Dat kwam mooi uit, want juist op
dat moment stond ik voor een van de klapdeuren die later geopend werden en toegang gaven tot de zaal waar Vanelli zou optreden.
Over Vanelli kan ik kort zijn: we hebben vier nummers gezien en we hadden allebei hetzelfde gevoel erbij, namelijk geen gevoel. Het was heel goede muziek die ook nog eens heel goed klonk, Vanelli heeft een prima stem en ziet er trots zijn achtenvijftig jaren nog goed uit – hij heeft zelfs zijn klassieke afrokapsel uit de jaren zeventig weer – maar op de een of andere manier kwam de muziek niet ‘binnen’ zoals mijn concertgenote zo treffend uitdrukte.
Wat nu? Kool & The Gang? Ook zo’n klassieker. Maar H. zag dat niet zo zitten, bovendien waren we in een soort tussenfoyer beland waar een DJ met saxofonist veel mensen – onszelf niet uitgezonderd – tot enthousiast en langdurig dansen wist te bewegen. Ook Arend en een vriend. Wie is Arend nou weer? Een kennis van jaren terug, die net als wij (mijn vrouw en ik) deel uitmaakte van de ‘hondenwandelclub’ die naderhand uiteen is gevallen. Arend is een groot prog-rock liefhebber, een muzieksmaak die door mij gedeeld wordt. Maar goed, Arend was er ook met de vriend die een bijna exacte kopie van Giel Beelen was. Dus we bleven een hele tijd dansen, op onze eigen manier ‘Cool’ aan de ‘gang’.
Toch wilde ik nog een paar optredens zien. Eerst Kraak & Smaak, een geweldige band met DJ’s waarbij dance, funk, rock en psychedelica hand in hand gaan. Erg opwindend, het is een dynamische uitvoering van Underworld, of zo u wilt een mix van Red Snapper, Underworld en The Prodigy. Goede band maar we wilden ook nog Gare du Nord zien. Maar daar kwamen we vooralsnog niet. Via de laatste tonen van een opwindende Sven Hammond Soul kwamen we zowaar nog bij het staartje van het optreden van Roger Hodgson.
Eigenlijk was ik niet zo gefocusd op het optreden van de vermaarde Supertramp frontman, maar ik heb volkomen ongelijk gehad. We zaten achterin en hadden een mooi uitzicht op het podium. Het geluid was vanaf deze plek ook fantastisch. En het staartje van het concert werd een heuse staart van maar liefst drie kwartier, Hodgson gaf toegift na toegift en zelfs daarna had hij er nog geen genoeg van. Waar voor je geld. Maar zoals ik aangaf, het was fantastisch. Hodgson zingt erg mooi, zijn hoge falsetstem is nog geen steek veranderd sinds de hoogtijdagen van Supertramp en eigenlijk klinkt het live nog veel beter dan op de plaat. Komt nog bij dat de band die hem begeleidde een dijk van een keyboardspeler en dito saxofonist had die met name de ballads tot een ervaring maakte waarbij de uitdrukking ‘sterven in schoonheid’ wat mij betreft een treffende is.
Door het uitgelopen optreden van Roger Hodgson, die op het laatst door de festivaldirecteur in de bloemetjes werd gezet, was er nog maar heel weinig tijd over voor Gare du Nord, het laatste optreden van het festival. Maar toch nog twee nummers gezien, dat smaakte ook naar meer maar met Hodgson hadden we toch wel het beste optreden van deze avond al gezien.
Op de fiets naar huis, waar ik pas tegen drie uur ‘s nachts mijn bed inrolde. Het was wat mij betreft een buitengewoon geslaagde editie van The Hague Jazz.
Tot slot nog een van de filmpjes die Frans Kop van zijn kornuiten, de Woodstreet Big Band, maakte. Af en toe komt er op de achtergrond nog de een of andere vage figuur in beeld…
Filed under: Kunst en cultuur | 7 Comments »