Vlaggend naar The Hague Jazz

Gisteren was een veelbewogen zaterdag. Daar is geen woord teveel van gezegd. In de ochtend ben ik gaan hardlopen, niet met de groep want die trainingen lopen altijd uit en ik had een vol programma die dag. Ik heb 70 minuten gelopen naar en door de duinen en een flink stuk over het strand. Dat ging lekker, ik heb zelfs vrij steile duinen niet vermeden en slaagde erin de strandopgang en vervolgens die steile trap bij strandtent De Kwartel zonder te wandelen op te gaan, ondanks dat ik hier en daar wegzakte in het mulle zand.

Thuisgekomen gedouchd en even later met de tram naar de stad om een cadeautje te kopen voor mijn zwager die dit weekend kwam logeren met mijn schoonzus en zoon. Een tijd heb ik rondgelopen bij De Slegte, en ofschoon er genoeg boeken waren, waaronder erg fraaie, zocht ik eigenlijk iets dat inhoudelijk meer om het lijf had. Uiteindelijk kocht ik bij Verwijs in de Passage de engelstalige versie van Bill Brysons bestseller ‘een kleine geschiedenis van bijna alles’, wat dan uiteraard ‘A Short History of Nearly Everything’ heet.

Vlaggetjes_hague_jazz_2010_001Vlaggetjes_hague_jazz_2010_002Vlaggetjes_hague_jazz_2010_006Vlaggetjes_hague_jazz_2010_005Vlaggetjes_hague_jazz_2010_007Wederom naar huis en wederom snel weer weg, want ik had met een groepje afgesproken bij Vlaggetjesdag. Altijd leuk om daar een beetje rond te kuieren en uiteraard een harinkje bij de staart te vatten. Als eerste zag ik Marjolein, naderhand bij het Brouwcafé de anderen. Een rondje bier getracteerd, waarna we buiten, aan een tafeltje, opeens met een stel in gesprek kwamen over politiek en zo. Daarna gingen we een beetje slenteren over de haven en op de boulevard.

Vlaggetjes_hague_jazz_2010_013Vlaggetjes_hague_jazz_2010_010Volgens de kenners is de haring wat minder goed van kwaliteit (minder vet) dan andere jaren, maar Jan Letsch adviseerde mij om bij één bepaalde kraam, nota bene gerund door Turkse mensen, haring te kopen omdat die daar naar verhouding goed was. Daar kocht ik dus mijn eerste broodje haring en dat ging er in als koek. Het smaakte best wel. Uiteindelijk kwamen wij bij Simonis terecht voor een tweede ronde haring, waarbij Jan L. tracteerde op witte wijn. Marjolein op haar beurt tracteerde op de vis. De kibbeling waar ik op dat ogenblik trek in had was erg duur, ruim tien euro, maar er was wel frites en saus bij en er bleek voldoende kibbeling van uitstekende kwaliteit (echte kabeljauw) te zijn om er met z’n allen van te eten. Bij Simonis troffen wij ook nog de voorzitter van Haag Atletiek, Ruud Fabrie, met zijn vrouw Ariadne. Even met het span op de foto!

Vlaggetjes_hague_jazz_2010_017_3 Om 18.00 uur zou Piet Veerman optreden maar dat heb ik niet meegemaakt omdat op dat moment The Hague Jazz begon. Als de wiederweerga weer naar huis gefietst want daar lag mijn toegangskaartje.

Thuis gekomen zat mijn schoonfamilie er al. Maar het was kwart voor zes dus ik ontpopte mij niet tot een echt gezellige gastheer. Ticket gepakt en snel naar het Congresgebouw gepeddeld, dat nu World Forum heet.

Meteen na binnenkomst naar de Livin’Blues Xperience gegaan die optrad in Blakey’s Corner, vlak bij de ingang. Een erg goed optreden van Nico Christiansen, de enige echte Livin’ Bluesman, en zijn mannen. Zo goed zelfs dat dit niet makkelijk overtroffen zou kunnen worden deze avond. Nico is trouwens nog steeds erg lenig, niet alleen fysiek maar ook qua stem, die klinkt als vanouds.

Vlaggetjes_hague_jazz_2010_028Hiernaast The Livin’Blues Xperience.  Daarna raakte ik verzeild bij de Woodstreet Big Band (ik had aanvankelijk Joris Teepe Big Band opgeschreven, maar dit is inmiddels na een kanttekening van Frans Kop gecorrigeerd. Dank Frans!). Grappig, The Livin’ Blues zongen zojuist een van hun bekendste nummers, Wang Dang Doodle, en dat nummer werd ook door deze bigband gecoverd. Ook dit was een erg leuk optreden. Ik zag nog mijn achteroom, de hiervoor eerder genoemde Frans Kop, die tijdens het optreden foto- of filmopnamen maakte. Na afloop van het optreden sprak ik hem nog even, vrienden van hem maken deel uit van deze band.

Na achtereenvolgens concerten van Giovanca en Wende heel fragmentarisch te hebben bijgewoond, koos ik voor Eric Vloeimans als volgende act. Het werd een optreden met de Korzo Dancers, die een mooie en grappige choreografie uitvoerden en dat onder begeleiding van mooi-uitgerekte, galmende klanken die Eric uit zijn trompet wist te toveren. Heel bijzonder, maar ook hier ben ik niet tot het eind gebleven.

Vlaggetjes_hague_jazz_2010_030_2 Eerder had ik met Henriëtte van de club gesproken, ze opereerde als vrijwilligster deze avond maar haar taak zat er bijna op. Ze zou mij een sms-je sturen opdat wij samen nog wat optredens konden zien. Alzo geschiedde. Henriëtte had een gedeelte van het optreden van Waylon gezien en sms-de dat ze naar Gino Vanelli ging. Dat kwam mooi uit, want juist op
dat moment stond ik voor een van de klapdeuren die later geopend werden en toegang gaven tot de zaal waar Vanelli zou optreden.

Over Vanelli kan ik kort zijn: we hebben vier nummers gezien en we hadden allebei hetzelfde gevoel erbij, namelijk geen gevoel. Het was heel goede muziek die ook nog eens heel goed klonk, Vanelli heeft een prima stem en ziet er trots zijn achtenvijftig jaren nog goed uit – hij heeft zelfs zijn klassieke afrokapsel uit de jaren zeventig weer – maar op de een of andere manier kwam de muziek niet ‘binnen’ zoals mijn concertgenote zo treffend uitdrukte.

Wat nu? Kool & The Gang? Ook zo’n klassieker. Maar H. zag dat niet zo zitten, bovendien waren we in een soort tussenfoyer beland waar een DJ met saxofonist veel mensen – onszelf niet uitgezonderd – tot enthousiast en langdurig dansen wist te bewegen. Ook Arend en een vriend. Wie is Arend nou weer? Een kennis van jaren terug, die net als wij (mijn vrouw en ik) deel uitmaakte van de ‘hondenwandelclub’ die naderhand uiteen is gevallen. Arend is een groot prog-rock liefhebber, een muzieksmaak die door mij gedeeld wordt. Maar goed, Arend was er ook met de vriend die een bijna exacte kopie van Giel Beelen was. Dus we bleven een hele tijd dansen, op onze eigen manier ‘Cool’ aan de ‘gang’.

Toch wilde ik nog een paar optredens zien. Eerst Kraak & Smaak, een geweldige band met DJ’s waarbij dance, funk, rock en psychedelica hand in hand gaan. Erg opwindend, het is een dynamische uitvoering van Underworld, of zo u wilt een mix van Red Snapper, Underworld en The Prodigy. Goede band maar we wilden ook nog Gare du Nord zien. Maar daar kwamen we vooralsnog niet. Via de laatste tonen van een opwindende Sven Hammond Soul kwamen we zowaar nog bij het staartje van het optreden van Roger Hodgson.

Vlaggetjes_hague_jazz_2010_051 Eigenlijk was ik niet zo gefocusd op het optreden van de vermaarde Supertramp frontman, maar ik heb volkomen ongelijk gehad. We zaten achterin en hadden een mooi uitzicht op het podium. Het geluid was vanaf deze plek ook fantastisch. En het staartje van het concert werd een heuse staart van maar liefst drie kwartier, Hodgson gaf toegift na toegift en zelfs daarna had hij er nog geen genoeg van. Waar voor je geld. Maar zoals ik aangaf, het was fantastisch. Hodgson zingt erg mooi, zijn hoge falsetstem is nog geen steek veranderd sinds de hoogtijdagen van Supertramp en eigenlijk klinkt het live nog veel beter dan op de plaat. Komt nog bij dat de band die hem begeleidde een dijk van een keyboardspeler en dito saxofonist had die met name de ballads tot een ervaring maakte waarbij de uitdrukking ‘sterven in schoonheid’ wat mij betreft een treffende is.

Door het uitgelopen optreden van Roger Hodgson, die op het laatst door de festivaldirecteur in de bloemetjes werd gezet, was er nog maar heel weinig tijd over voor Gare du Nord, het laatste optreden van het festival. Maar toch nog twee nummers gezien, dat smaakte ook naar meer maar met Hodgson hadden we toch wel het beste optreden van deze avond al gezien.

Op de fiets naar huis, waar ik pas tegen drie uur ‘s nachts mijn bed inrolde. Het was wat mij betreft een buitengewoon geslaagde editie van The Hague Jazz.

Tot slot nog een van de filmpjes die Frans Kop van zijn kornuiten, de Woodstreet Big Band, maakte. Af en toe komt er op de achtergrond nog de een of andere vage figuur in beeld…

Het Loo(s) gewandel

Apeldoorn_2010_055Vandaag ging de reis naar Apeldoorn. Ik had afgesproken met Margreet (vroeger ‘Greetje’), iemand die als 16-jarig meisje dikwijls bij ons over de vloer kwam. Dat is lang geleden. Zij kreeg zangles van mijn moeder, bovendien zong zij in haar operettegezelschap dikwijls hoofdrollen. Drie jaar geleden hadden wij met elkaar gelunchd, het werd tijd voor een nieuwe afspraak. Met dank aan Hyves!

Apeldoorn_2010_001_2 De tram (Randstadrail) naar het station ging zó ontstellend langzaam, dat ik een grote sprint van het tramperron naar het perron waar de trein richting Apeldoorn e.v. klaarstond. De conducteur had al gefloten toen ik instapte. Maar voor de rest verliep de treinreis, met nog een overstap in Amersfoort, voorspoedig. Rond 11.00 uur stapte ik uit op station Apeldoorn, waarna ik mij naar de achterzijde van het station begaf. Het was even zoeken voor ik haar zag. Na koffie te hebben gedronken in haar appartement (met uitzicht op ‘natuurlijk-begroeide daken’, zie foto), gingen we op pad. Margreet stelde voor om naar Paleis Het Loo te gaan. Goed idee, volgens mij was ik daar nooit geweest. En dat bleek helemaal te kloppen.

Apeldoorn_2010_007Apeldoorn_2010_003Apeldoorn_2010_010Apeldoorn_2010_011Wat mij vooral frappeerde nadat wij het terrein betraden was het schitterende parkachtige bos van Het Loo. Dit Paleispark loopt over in de bossen en heidevelden van de Koninklijke Houtvesterij in wat het Kroondomein Het Loo heet. Een fraai natuurgebied, met zeer grote bomen, zowel in de breedte als de hoogte, bloemenweiden, rodondendronstruiken en weelderig begroeide sprengen.

Apeldoorn_2010_028 We hebben ruim een uur rondgewandeld exclusief een stop op een bankje waar de rijkelijk belegde broodjes die Margreet had klaargemaakt werden verorberd. Tegelijkertijd ging een sportief uitziend gezelschap op het veld, aangetrokken door het mooie landschap, voor ons picknicken.

Apeldoorn_2010_014Apeldoorn_2010_016 Het gebied is 10.000 hectare groot, dus we hebben lang niet alles gezien. Maar dat je er prachtig kunt wandelen staat buiten kijf. Wij wilden ook nog het oude gedeelte van de Paleistuin bezichtigen, maar dat bleek, na een gesprek met een dame uit de intercom bij het gesloten toegangshek, alleen in de weekenden geopend. Pech, maar niet van het vette soort want er viel nog genoeg te zien.

Apeldoorn_2010_012 Zo ontwaardde ik eerder tijdens de wandeling een voorwerp tussen de takken van een boom, een vreemd soort reusachtige dennenappel. Het bleek echter een bijenzwerm te zijn. De diertjes zaten dicht op elkaar geklonterd. Iemand zei ooit (was het Einstein?) dat wanneer de bijen zouden uitsterven, het ook gedaan was met de mensheid. Het gaat niet goed met de bijen in de wereld, maar hier zijn ze nog.

Apeldoorn_2010_013Apeldoorn_2010_018Apeldoorn_2010_024Apeldoorn_2010_025Verder ging de wandeling. Veel groen, mooie doorkijkjes en dan opeens, zo nu en dan, een of ander huisje. Wat de bestemming daarvan is was ons niet altijd duidelijk, maar het huisje hieronder, met dat kroontje en die letter ‘W’, was het theepaviljoen van Koningin Wilhelmina. Een kleine ruimte maar net genoeg om even in uit te rusten en wat te drinken. Er zaten echter al mensen in en omdat we juist hadden gelunchd geloofden wij dat wel.

Apeldoorn_2010_029Apeldoorn_2010_034 Even na de stop kwamen we iets verderop een begraafplaats tegen. Blijkens de grafopschriften lagen hier geen mensen, maar dieren begraven, geliefde dieren van leden van het Koninklijk Huis. Rijpaarden, maar ook honden en katten.

De bedoeling was om ook het Paleis Het Loo en de tuinen aldaar te bezoeken, dus we stapten flink door en kwamen uit op de rechte weg vanwaar het nog een kleine kilometer lopen was naar ons uitgangspunt. Bij de hoofdingang van de paleistuin bleek dat we daar extra voor moesten betalen. Ik had echter ‘meegelift’ op Margreets wandelkaart – die alleen geldig is voor wandelingen in het bos – dus liep ik door naar de kassa op alsnog twee toegangskaartjes voor het Paleis Het Loo en de paleistuinen te kopen. Toch nog tien euro per kaartje.

Apeldoorn_2010_038Apeldoorn_2010_036 Maar het was wel de moeite waard, vooral de tuinen zijn heel bijzonder. Het doet een beetje denken aan de tuinen van Paleis in Versailles, ook van een bijzondere geometrie. De ene helft van de tuin vormt het spiegelbeeld van de andere helft, ook met de beplanting is daar rekening mee gehouden. Tuinlieden waren druk bezig met het snoeiend van de vormbepalende buxus-haagjes en met het in scherpe vorm steken van de graspatronen in de diverse perken. Desgevraagd vertelde een van de mannen dat deze klus één keer per jaar wordt uitgevoerd. Ze zijn er wel even mee bezig.

Apeldoorn_2010_042Apeldoorn_2010_040Apeldoorn_2010_044Apeldoorn_2010_049Apeldoorn_2010_052Apeldoorn_2010_053Apeldoorn_2010_054Apeldoorn_2010_057    Na de tuinen gingen we het paleis zelf bezichtigen. Via een bepaalde route loop je langs allerlei koninklijke vertrekken met barokke meubels, hemelbedden, porselein- en zilverwerk, speelgoed en schilderijen. Wel mooi om te zien, maar ook wel donker en zwaar. Eigenlijk is er zoveel te zien dat het averechts werkt, je loopt dan door en neemt alles nogal oppervlakkig op. Misschien was het handiger geweest om gebruik te maken van de audiotour, want dat geeft toch altijd wat meer extra informatie en ‘verdieping’. Helaas mocht er binnen het paleis geen foto’s worden gemaakt.

Terug bij de uitgang, probeerde ik bij de kassa nog het geld van mijn kaartje terug te krijgen. Ik had namelijk mijn museumjaarkaart bij mij en die was geldig. Stom, ik had dat vooraf moeten checken en merkte het pas nadat ik de tickets had gekocht. De man achter de kassa zei dat dit niet zomaar kon maar haalde toch zijn hand over het hart. Gelukkig maar, want tussen 0 euro en 10 euro zit nogal verschil. Van 10 euro, inderdaad, maar elke cent telt in deze economisch barre tijden…

Apeldoorn_2010_056Toch nog even de fototentoonstelling van Pieter van Vollenhoven bezocht op het plein waar ook de koetshuizen en de stallen staan. Tientallen natuurfoto’s, heel mooie, met vooral veel dieren: vossen, herten, insecten, vogels, enfin, alles wat je maar op het gebied van fauna kunt bedenken. Een mooie en sympathieke tentoonstelling met door de heer Vollenhoven zelf geschreven bijsc
hriften. Daarna zijn we nog even via de naald en het monument – wrange herinneringen aan een nog maar heel recente dramatische gebeurtenis – gereden en zijn wij iets gaan drinken. Toen zat de middag er voor mij op, ik moest terug naar huis en hond. Margreet bracht mij naar het station, waar ik al vrij snel de trein richting Den Haag kon nemen. Het was een mooie middag.

 

In de Plus

Eigenlijk moet ik er niet zoveel van hebben, van een ‘ouderen-omroep’ als MAX, of van een ouderen-tijdschrift als PLUS. En dat terwijl de doelgroep van deze omroep resp. magazine de 50 plussers zijn, en ik zit al ruim boven die leeftijd. Het heeft wat mij betreft niets te maken met ontkenning van leeftijd, maar meer dat ik niet echt een ‘groeps- of solidariteitsgevoel’ ervaar met mijn mede-ouderen, eerlijk gezegd vind ik leeftijd niet zo interessant als het om vriendschappen gaat.

Toch gebeurde het mij een maand of wat terug dat ik telefonisch werd benaderd door Ben Koster, een journalist van de PLUS. Hij was er via-via (vraag mij niet hoe, ik ben dat weer vergeten) achter gekomen dat ik het Kralings Popfestival had meegemaakt. En of hij mij over mijn herinneringen aan dat festival mocht interviewen. Nou, geen probleem natuurlijk. Ik wist mij  lang niet alles meer te herinneren, maar een aantal dingen wel. Ik liep min of meer leeg. Een week of wat later stuurde hij mij het concept-interview dat ik na lezing en een aantal aanpassingen weer terugstuurde, en even later ook een pasfoto.

Plus_artikel_kralingen_001_2 Welaan, in het juni-nummer van PLUS, op pagina 46-47, staat dat interview, samen met nog twee interviews met twee Kralingen-gangers van weleer. De kop boven het artikel luidt: ‘Het Kralingen-gevoel van…"

Dus mochten jullie het blad zien liggen bij de dokter, de kapper, of in een verzorgingshuis als je je vader of moeder bezoekt, (of gewoon bij de Bruna!)… Blader het gerust eens door. Eigenlijk is het best een aardig blad, met veel informatie over reizen, kunst, culinaire rubrieken, human interest en sport. In het juni-nummer staat zelfs een artikel over hardlopen!

In de tuin bij Prins Charles

Gisteren en vandaag heb ik een half uurtje gelopen. Nauwelijks de moeite om te vermelden in weblog-land waar afstanden van langer dan 21 kilometer schering en inslag zijn, maar niet-vermelden zou duiden op niet-gelopen en dat is ook weer niet waar.

Vandaag zou ik naar Delft gaan om de Kopjesloop te gaan lopen. Zou, want ik was vergeten dat het Moederdag is, mijn vrouw moest mij daar eergisteren aan herinneren. Ik kreeg familiebezoek (dochter en vriend en mijn schoonmoeder), wij gingen een brunch voorbereiden. Tijd in de keuken gestaan om een taart en allerlei hapjes te maken. De moederdag-brunch is inmiddels achter de rug, het was een succes.

Haarlem_8_mei_2010_006Haarlem_8_mei_2010_003Haarlem_8_mei_2010_001Haarlem_8_mei_2010_002_2Haarlem_8_mei_2010_004 Gisteren (zaterdag) was de gang naar het Teylers Museum in Haarlem. Een treinreis met een omweg vanwege werkzaamheden tussen Leiden en Haarlem. Wij gingen eerst vanaf Den Haag CS naar Amsterdam Sloterdijk en van daaruit naar Haarlem. Daar aangekomen, wandelden wij naar de Grote Markt. Onderweg passeerden wij mooie winkeltjes met de wat mooiere souvenirs, antiquiteiten, boetieks – jawel, die bestaan nog! – en meubels. Het is en blijft een mooie stad, Haarlem. Op de Grote Markt aangekomen – vorig jaar en het jaar daarvoor nog de start- en finishlocatie van de halve marathon – was er ook letterlijk markt.

Haarlem_8_mei_2010_014Haarlem_8_mei_2010_012Haarlem_8_mei_2010_009Haarlem_8_mei_2010_011 Maar we lieten de markt links liggen en zochten naar iets horeca-achtigs om wat te eten. We waren wel aan koffie en daarbij ook wat te eten toe. Na enig wikken en wegen gingen we bij Café-restaurant Brinkman (klik onder andere op de foto van de tegelplaquette links) naar binnen, het bekendste etablissement van Haarlem, waar onder andere Harry Mulisch en Godfried Bomans dikwijls gingen eten. Een erg drukke maar aangename ambiance, en de broodjes geitenkaas resp. tonijn smaakten voortreffelijk.

Haarlem_8_mei_2010_017Haarlem_8_mei_2010_016Haarlem_8_mei_2010_015Na de lunch liepen we naar het Teylers Museum, het oudste museum van Nederland. Het was voor mij niet de eerste keer, wel voor Karin.

Haarlem_8_mei_2010_021Haarlem_8_mei_2010_020Haarlem_8_mei_2010_022Niettemin liepen wij de bekende dingen zoals de elektriseermachine en de fraaie bibliotheek voorbij en gingen naar de expositieruimte, waar de tentoonstelling ‘Vorstelijk tuinieren’ was. Hier maakten wij kennis met de belangrijkste koninklijke tuinen van de afgelopen 400 jaar en hun eigenaars. Het hoogtepunt van de expositie vormden originele aquarellen uit de Highgrove Florilegium, een prestigi
eus boek op groot formaat met bloemportretten uit de tuin van de Britse kroonprins Charles. Nooit eerder waren deze botanische tekeningen van de prinselijke residentie Highgrove in Nederland te zien.

De Britse kroonprins, zelf een bevlogen tuinier en aquarelschilder, noemt deze boeken niet alleen good for the soul maar ook belangrijk omdat het er ons eraan herinnert dat we niet losstaan van de natuur maar er deel van uitmaken.

Haarlem_8_mei_2010_018_2Haarlem_8_mei_2010_019Tja, hoe soft dit ook mag klinken, hij heeft natuurlijk gelijk. Alleen zal het merendeel van onze ‘vaart der volkeren’ diersoort menen dat de natuur er is om overwonnen te worden door de mens, zo niet iets om de regie over te blijven houden. Maar uitbarstende vulkanen, tsunami’s en overstromingen herinneren ons er aan dat wij onze plaats moeten weten.

Er werd ook een film gedraaid van de tuin Highgrove  zelf, met Prins Charles en een aantal van zijn tuinmannen in beeld.  Alles in de tuin wordt op natuurlijke wijze geregeld: met composthopen, geen bestrijdingsmiddelen en andere troep.

Prins Charles mag dan door menigeen als een merkwaardige snuiter worden gezien, ik mag hem wel. En dat komt waarschijnlijk omdat zijn ideeën over natuur, milieu en architectuur (hij is daar zeer conservatief in) zeer overeenkomen met mijn gedachten daarover. Want zo werkt dat …

Kleurrijk dagje, geen oranje nacht…

Img_4822Dit jaar ben ik niet naar Koninginnenach geweest. Ik zag dat niet zitten, spitsroeden lopen tussen een menigte overwegend halfdronken tieners en twens (ongetwijfeld tenenkrommend ouderwetse aanduidingen), zeker niet in mijn eentje. Andere jaren ging ik nog wel eens kijken naar een of andere band, maar ook daar had ik de puf niet voor. Vandaag wel misschien even naar een vrijmarkt, als de regen niet met bakken uit de hemel komt tenminste.

Img_4820Img_4821Gisteren was trouwens nog een onverwacht mooie dag. Er was wel wat sluierbewolking, maar de zon had er geen enkele moeite mee om daar op overtuigende wijze doorheen te stralen. Het werd zelfs nog een warme dag. Ik zou deze donderdag met Karin naar Pulchri gaan, gewoon om wat nieuwe kunstwerken te bekijken, maar het weer lokte ons eerst naar het strand. Bij strandpaviljoen Beach Club Friends hebben we een paar uur gezeten, terwijl we van een copieuze lunch genoten. Een erg goede lunch mag ik wel zeggen, ik had zelf een mega-grote ceasarsalade met gerookte kip, bacon, ansjovis, ei, pijnboompitjes en erg veel groente, sla en tomaten. En opgediend met een mand vers – en veel – stokbrood met kruidenboter. En dat voor een voor strandtent-begrippen zeer vriendelijke prijs, negen euro. Uiteraard een fris wit wijntje erbij, het leven kan goed zijn.

Img_4824Img_4825Img_4832Na zo even te hebben gezeten, stapten we weer op de fiets en peddelden naar de Scheveningseweg, naar Park Sorghvliedt. Even kijken of de boshyacinthen al uit waren. En dat waren ze, nog niet volledig maar het leverde wel een paar mooie plaatjes op. Na een korte wandeling gingen we andermaal op de fiets. Bij het Vredespaleis kochten we een ijsje en gingen als heuse toeristen – in eigen stad – op een bankje zitten om het te verorberen.

Img_4834Img_4835Toch nog even naar Pulchri, het mekka van hedendaagse regionale topkunstenaars. Je komt niet zomaar in Pulchri te hangen (of te staan), het werk moet van hoge artistieke en technische kwaliteit zijn, dat wordt beoordeeld door een ballotagecommissie.
En kwaliteit heeft een en ander absoluut, alleen vind ik een aantal werken nogal – letterlijk – ‘gekunsteld’ overkomen, het is een beetje l’Art pour l’art’, erg professioneel en vaak inventief, dat wel, maar ik voel niet steeds een innerlijke gedrevenheid, een ‘noodzaak’. Ik haast mij te stellen dat ik dat gevoel lang niet bij alles heb, er zit – nogmaals – mooi werk tussen. En ook grappige kunst, met humor, zoals bijgaande ‘stoel-dame’.

Img_4838Wel heel bijzonder was deze opstelling, een ambitieus afstudeerproject van de KABK. De kunstenares – een bescheiden jonge vrouw die er absoluut niet uitzag als een kunstenares – was zelf aanwezig ‘in’ haar kunstwerk, een kaleidoscopisch bouwwerk waarin binnenhuisarchitectuur, schilderkunst en fotografie samengaan. Ze nodigde ons uit om gewoon op een stoel aan een tafel, deel uitmakend van de opstelling, te gaan zitten. Vanuit mijzelf zou ik niet zo snel zoiets doen, zodra je weet dat iets ‘kunst’ is heeft het meteen iets sacraals…

Ook kon je nog aan een laptop, net zo mooi en bont gekleurd als de fotocollages in de opstelling, zelf een opstelling maken. Deze zou vervolgens worden toegestuurd maar ik heb vooralsnog niets ontvangen.

Morgen gaan we met een grote groep Haag-vrienden – onder andere – naar een heel ander soort museum, maar daarover morgenavond meer…

Leuk!

De afgelopen dagen is slechts zeer ten dele gewijd aan de schone loopsport. Morgen wordt dat anders, ik doe dan mee aan een weblogloop in Uden, een lange duurloop waarbij gastheer en trainer Tiny ons door de ongetwijfeld mooie omgeving zal geleiden. Ik vrees echter dat de loop té lang wordt voor wat ik momenteel aankan (27 kilometer in drie uur), ik hoop dat ik het ‘ergens’ kan inkorten tot twee uur. Nou ja, we zien wel.

Img_3772Gisteren heb ik onder andere Jan L. geïnterviewd voor het clubblad. Uiteraard zal ik daar op deze plek niet teveel over uitwijden, maar laat ik het zo zeggen: de biertjes die bij Mondriaan werden getapt waren voortreffelijk! Jan, 76 jaar, is een rasechte scheveninger en wist veel te vertellen over zijn sportieve verleden. Terwijl we zo aan het kletsen waren, kwamen andere mensen ‘van de club’ voorbij en gingen bij ons zitten: Menno, superfit, gebruind, dikke kop met haar en op een sportieve manier gesoigneerd maar wel mooi 86 jaar. Je zou zeggen: een dikke zestiger, maar hij loopt (fitwalkt) nog veel en is regelmatig in het krachthonk te vinden. En sinds kort een nieuwe vriendin, volgens Jan tientallen jaren jonger. Altijd in voor een grappig verhaal of een goede mop. Weer later kwam Frits B. langs, hij ging ook bij ons zitten. Het interview zat er toen al op en ik moest verder, boodschappen doen en dan naar huis om te koken.

Img_3777Img_3776Vanmorgen een klein stukje gelopen, ‘s Middags ging ik met Karin naar de stad om te lunchen bij Leuk, een leuk(!) etablissement in de Kettingstraat, naast de Passage. Je kunt daar erg goed lunchen en het is er nog gezellig ook, met vriendelijke bediening en aardig publiek, vooral jonge vrouwen en stelletjes. Daarna zouden we naar Pulchri gaan, maar ik moest voor vier uur laarzen van mijn dochter ophalen bij de hakkenbar in de Vlierboomstraat. Daar had ik ze die ochtend ook gebracht. Dus Pulchri ging niet door.

Img_3784Img_3785Img_3789_2Img_3794Wel zijn we even over het Noordeinde gelopen en gingen bij Gallerie Smelik en Stokkink naar binnen. Daar staat, hangt en ligt veel kunst van hoge kwaliteit, de prijzen liegen er dan ook niet om. Wel kun je er kunst op afbetaling kopen, in maandelijkse termijnen. Voor een beetje kunstwerk ben je zo al gauw een paar jaar aan het afbetalen. Voor de liefhebbers zullen we maar zeggen. Even de kunst bewonderd, ook in de tuin van de gallerie, dat waarlijk een beeldentuin kan worden genoemd, en ook in de tegenoverliggende gallerie van Smelik en Stokkink even gekeken.

Img_3796Img_3797Img_3798Img_3800Img_3801Om een beetje een indruk te geven, hierbij wat fotootjes van kunstwerken die je in deze misschien wel bekendste gallerie van ons land kunt zien. Na het bezoek gingen we ijlings terug, althans ik, want anders zou het nog moeilijk worden om voor vier uur bij de hakkenbar te zijn. Ik nam nog een verkeerde tram ook in de tramtunnel, zodat ik twintig minuten moest lopen (waarvan tien minuten joggend) maar ik heb het gered!

Ziezo, wie nu zijn bekomst heeft van al die kunst op dit weblog: morgenavond weer een blogje over hardlopen!

Dwalen door de Tuin van Holland

Vsfotoimage_483_640_480_scl_2 Een kale vloer met hier en daar hoopjes zand waarover een kabbelend witblauwig licht beweegt. Dan daalt, ergens vanuit het plafond, een astronaut – oh nee, het is een duiker – in volle uitrusting naar beneden. Hij vertelt wat hij ziet aan de wereld boven water, een engelssprekende vrouwenstem vanuit de luidsprekers. Zo op het eerste gezicht een kaal, levenloos gebied onder water, hier zou ooit, 2600 jaar na Christus, Nederland gelegen hebben. De duiker begint te graven in een van de zandhopen en stuit al snel op een aantal voorwerpen waaronder een schilderij van Rembrandt, een complete Goudse kaas en een bos rode tulpen. Hilariteit vanuit de zaal: ‘typisch’ Nederlandse producten. Dan verschijnt een kekke presentatrice/journaliste in mantelpak ten tonele, die een zeer divers gezelschap aankondigt. In een bonte parade verschijnen aansprekende figuren uit de Nederlandse geschiedenis ten tonele.

486_5We herkennen Andre Hazes, Majoor Bosshardt, Prins Bernard, het Zeeuws meisje, Sjoukje Dijkstra, Sinterklaas, Willem van Oranje, een in bont-oranje outfit gestoken voetbalsupporter. De identiteit van anderen komt allengs aan het licht: Mata Hari, Julius Civilis, Anton Mussert, Kenau Simonsdochter Hasselaer, Willem van Oranje en Anne Frank. Al deze iconen verdedigen in dit eerste stuk hun belang alsof dat het belangrijkste van Nederland is.
Het feestje wordt aanvankelijk wreed verstoord door een – geacteerde – allochtone vrouw uit het publiek, die ‘ons Nederlanders’ de pan uitveegt door luidkeels protesterend aan te geven dat niets ècht Nederlands genoemd kan worden. Hee, waar hebben wij dat meer gehoord?

Met deze eerste voorstelling ‘Boven Water’ werd om half zes het spits afgebeten van een avond vol theatervoorstellingen gebaseerd op verhalen uit de Nederlandse geschiedenis met ‘de Nederlandse identiteit’ als rode draad. Een nogal cultuurrelativistisch begin, zou je zeggen. Ik moest meteen denken aan de uitspraak van Máxima dat de Nederlandse identiteit niet bestaat. En als die identiteit al bestaat, wat is dat dan? Inderdaad – zo leert het begeleidende programmaboekje – was Máxima’s prikkelende stelling kennelijk aanleiding voor Aus Greidanus, de creatieve theaterduizendpoot en al vele jaren de stuwende kracht achter het Appeltheater, om dit te onderzoeken met een klein team, en de resultaten van deze zoektocht vorm te geven in een mega-theaterproject.

Img_3735Img_3734Afgewisseld met verschillend pauzes waarin je iets kon eten en/of drinken, werden vervolgens in drie kleinere zalen die het Appeltheater rijk is voorstellingen uit het moderne drieluik gespeeld: Water, Geld & Geloof en Onze Koloniën. De bedoeling was hieruit één voorstelling te kiezen, wat op ludieke wijze werd aangekondigd door Aus en andere acteurs.

Ik was met Henriette ‘van de club’. Er waren trouwens meer mensen van ‘de club’, waaronder Lara met haar man en haar vader, Eveline (die PR-vrouw voor het Appel-theater is, dankzij haar waren zij hier) en zelfs onder de acteurs was er een ‘Haag-lid’, Hugo Maerten (die veel verschillende rollen zou spelen waaronder die van Sinterklaas en Michiel de Ruyter).

Wij kozen voor de voorstelling Water. Dat bleek een stuk met een ‘modern-avant gardistisch’ karakter, vol symboliek, waarbij het water, met name de zee, verbeeld werd door een grillige vrouw: dan eens zacht, stil en verleidelijk, dan weer hard, meedogenloos, onberekenbaar. Een heel bijzondere voorstelling vol muzikale, poëtische en choreografische effecten. Niet altijd even makkelijk te volgen, behalve dan dat de strijd met het water altijd wel een van de meest kenmerkende eigenschappen van ‘ons Nederlanders’ was, is en zal zijn.

Img_3737Img_3742_3Img_3741Img_3743Img_3754_2In de grote pauze konden we typisch Nederlandse gerechten eten, zoals boerenkool of zuurkoolstamppot met worst, of een ‘Captains Dinner’ met capucijners, spek, gehakt en piccalilly. Onderwijl speelde het gezelschap gewoon door, bijvoorbeeld als marktkooplui, en in de grote zaal zelfs Brederodes oud-hollandse klassieker ‘Klucht van een koe’.

Vsfotoimage_494_640_480_sclDaarna konden we uit het klassieke drieluik De Gouden Eeuw kiezen uit: De opstand, Barnevelt of Het rampjaar. Ook hier kozen we een voorstelling, dat werd Barnevelt. Heel anders van sfeer dan het stuk voor de grote pauze, dit was echt een klassiek stuk in de sfeer van de Gijsbrecht. We zagen Maria van Utrecht, de vrouw van Johan van Oldenbarnevelt, in – geheel terecht gebleken – ongerustheid over haar echtgenoot, die via een schijnproces op het punt staat ter dood veroordeeld te worden. Louise de Coligny spoort haar persoonlijk aan om bij Maurits, de zoon van Willem van Oranje, om gratie te vragen, maar zij weigert omdat dit gelijk zou staan met schuld bekennen. En er was geen sprake van schuld, Van O. was puur slachtoffer van de machtsstrijd tussen hemzelf en Maurits. Hun zoon Willem ondertussen zint op wraak maar zijn zwager weigert de aanslag te financieren waarop Willem Nederland ontvlucht.

507_2In het laatste stuk dat wij zagen, Het rampjaar, zien we wederom een conflict uitgebeeld, namelijk dat van de historische zeehelden Michiel de Ruijter en Cornelis Tromp. De laatste schijnt betrokken geweest te zijn bij de bloedige lynchpartij van de gebroederd De Witt. In een fictieve verhoorscène worden Tromp en de Ruyter, die de zijde van De Witt koos, tegen elkaar uitgespeeld. Centrale spil tussen beide rivalen is Maria van Berckel, de weduwe van Cornelis de Witt, die alleen en machteloos achterblijft.

Img_3759Img_3762Img_3763Img_3766Slotvoorstelling was, evenals de beginvoorstelling, ‘Onder water’, waarin we de acteurs zich binnen een tijdsspanne van twintig minuten zien omkleden tot de iconen uit de Nederlandse geschiedenis uit de beginscène. Daarmee is de voorstelling afgelopen.

En dat was meteen de afsluiting van een geweldige avond. Wie van theater houdt, mag deze voorstelling, hoe lang en avondvullend deze ook mag zijn, beslist niet missen!!

Wouwerman niet? Juist wel, te paard!

Gezicht op de Hofvijver, 10 januari 2010

Zondag is er niet veel lichaamsbeweging genoten, het weer noodde daar niet toe. De ochtenduren heb ik verdeeld door wat achter de pc te surfen, een tekening te maken van die vogel waar ik het van de week over had (de Montezuma Oropendola) en tv kijken. Maar in de voormiddag kreeg ik toch de kriebels, ik wilde de deur uit. Maar waarheen? Even kijken op internet. Oh ja, het Mauritshuis, daar is tot 28 februari een interessante expositie.

Img_3234_2 Ik weet nog dat een oom mij vroeger een schuine mop met een kunstzinnig sausje vertelde. Of nee, hij vertelde het niet, hij schreef het op, het was een soort raadseltje waarbij je op de plek waar de stippeltjes stonden de naam van een bekende schilder uit de 17de eeuw moest invullen. Dat ging als volgt: "Toen zij wou, …. niet." "Toen hij wou, zei ze: …… … niet zo!" Toen haar vriend wou zei ze: "…… …… zo!"

Op de plaats van de stippeltjes moesten achtereenvolgens de namen Wouwerman, Gerard Dou en Govert Flinck worden ingevuld.

Volgens huidige humor-maatstaven mogelijk het toppunt van tenenkrommende banaliteit, maar toen vond ik het erg grappig. Maar daar gaat dit blogje niet over. Aanleiding is meer de naam Wouwerman. Vandaag ging ik naar het Mauritshuis om een expositie van zijn werk te bezichtigen. De titel van de tentoonstelling is ‘Te paard’ omdat Philips Wouwerman (1619-1668) een groot paardenliefhebber moet zijn geweest.

Maar eerst ging ik mee met een gratis rondleiding van een uur. De gids was een vrijwilligster die, zo vertelde zij later, in het dagelijks leven als kandidaat-notaris haar brood verdient. Zij was een perfecte rondleidster die de groep van ca. 15 personen naar diverse topstukken uit de collectie leidde en daar veel interessante details over kon vertellen.

800pxpaulus_potter__de_stier_600_x_ Zo wees zij onder andere op de uiterst geraffineerde wijze waarop de vacht van de schapen op ‘De Stier van Potter’ was geschilderd (je ziet elk wolhaartje en kale plekjes in de vacht), het kikkertje op de voorgrond en de stier zelf die knap geschilderd is maar qua verhouding niet helemaal klopt.

507pxgirl_with_a_pearl_earring 408pxcarel_fabritius_002Verder kwam ‘de Mona Lisa van het noorden’ aan bod, ‘Het meisje met de parel’. Een paar jaar geleden hebben wij de film gezien (staat nog ergens in het archief van mijn weblog) en daarin wordt gesuggereerd dat Vermeer een relatie met zijn model had, maar dat is nooit aangetoond. Sterker nog, het is de vraag of er ooit iemand model heeft gezeten, mogelijk was het meisje uit des schilders fantasie ontsproten.

Ook interessant was ‘Het Puttertje’ van Carel Fabritius, de schilder die tijdens de ontploffing van het kruithuis in Delft voortijdig aan zijn einde kwam. De legende wil dat het rode plekje op de kop van de distelvink (het puttertje) ontstaan is nadat hij de doornen uit Jezus’ lijf had gepikt, waarna het bloed zijn kopje rood kleurde.

Na de rondleiding moest de expositie nog worden bezocht. In tegenstelling tot wat het hierbovenaangehaalde raadsel-mopje doet vermoeden, geniet Wouwermans werk vandaag de dag slechts in kleine kring bekendheid. Ooit was Wouwerman populairder dan Rembrandt of Vermeer en werd zijn werk verzameld door alle vorstenhuizen in Europa.

Wouwerman_detail_18 Ook de Hollandse stadhouder Willem V had negen schilderijen van deze schilder. Voor het topstuk De Veldslag (hiernaast een detail van dit brede doek) betaalde hij het destijds astronomische bedrag van 4.575 gulden.

Dit kolossale werk heeft nu een prominente plaats op de tentoonstelling, dat tientallen schilderijen en tekeningen omvat van Wouwerman. Wat je in zijn schilderijen veel ziet zijn landschappen, veelal heuvelachtig en met water (een riviertje, een plas etc.) met zowel Nederlandse als Italiaanse invloeden. Wouwerman schilderde fantasielandschappen met een realistisch karakter, en deze landschappen worden veelal bevolkt door feestvierende, jagende of strijdende groepen mensen en paarden. Een enkele maal schilderde hij allegorische voorstellingen, zoals de wonderbaarlijke bekering van Hubertus, nadat hij tijdens de jacht op een edelhert met een lichtend kruis van Jezus tussen zijn gewei is gestuit.

Wouw1 Wouw2 Wouw3 Vaak zie je dat een paard centraal staat in de schilderijen, meestal een krachtig gebouwd wit paard. Het is niet voor niets dat de expositie ‘te paard’ heet, al zou je Wouwerman beslist onrecht doen door hem alleen maar als een paardentekenaar te bestempelen. Hij was meer een schilder van landschappen waarvan mensen en dieren (waaronder inderdaad veel paarden) deel uitmaken.

Via Van Gogh naar de wereld van Van Lier en zo…

VincentvangoghpaintingsfromsaintremMorgen wordt naar verwachting een veelbewogen dagje: eerst de tweede 1 van de 4 loop van dit seizoen, 10 kilometer rennen door en langs landgoed Clingendael, ditmaal georganiseerd door collega-vereniging The Hague Road Runners. En ‘s avonds naar een concert van Alquin, een groep die in de jaren zeventig furore maakte en recentelijk een nieuw en door muziekrecensenten hogelijk gewaardeerd album heeft gemaakt.

Vandaag (zaterdag) ben ik wéér naar de film geweest. Geen speelfilm maar een soort gespeelde documentaire over Vincent van Gogh. En niet in de bioscoop, maar in het Omniversum, het theater met het grote koepelvormige IMax – scherm. Ik ging met Karin, met wie ik doorgaans musea bezoek. Ditmaal even niet.

Gogh_olivetrees1_4Het was een film waarbij de voice-over van Vincent (maar eigenlijk ‘de voice’ van Jeroen Krabbé), als het ware vanuit het hiernamaals, vertelt hoe hij het schilderen heeft beleefd en hoe wonderlijk het is dat hij na zijn dood tot een icoon van welhaast mythische proporties is uitgegroeid. En zelfs Rembrandt heeft geëvenaard zo niet overtroffen, maar dat zijn mijn woorden. Wat vooral tot uitdrukking komt was zijn weergaloze passie en gedrevenheid voor het vak, het moeten schilderen, onophoudelijk, bijna 24 uur per dag. Dit vooral nadat hij eindelijk zijn eigen stijl gevonden had. Schilderen, schilderen, niets dan schilderen: intens bezig zijn met verf, kleuren, pasteus opgezette schilderijen, waarvan je de klassieke voorbeelden ook ziet: de landschappen bij Arles, de portretten, maar ditmaal beeld – of koepel – vullend. Zo wordt de beschouwer, meer nog dan in het museum, als het ware naar binnen gezogen in de schilderijen.

Img_2202Img_2204_2Na afloop zijn wij naar de stad gegaan en belandden wij uiteindelijk bij Pulchri. Daar hebben we gelunchd. Tussen het chique (of is het nou ‘sjieke?’), deftige en in artistiek opzicht ongetwijfeld hoogbegaafde publiek zagen we bekende gezichten zoals John Sillevis, voormalig conservator van het Gemeentemuseum, en ook lokaal bekende kunstenaars. (Flard van een conversatie aan het tafeltje naast ons: "Ik ga morgen even op en neer naar Saint Tropez, dan ga ik meteen langs Victor, misschien heeft hij nog een paar leuke flesjes van zijn wijngaard"). Flard van de conversatie aan ons tafeltje: ("Het zou toch mooi om ooit een volkstuintje te kunnen huren en daar je eigen groenten op te verbouwen". Dat werk dus). Na de lunch gingen we wederom naar het centrum, ditmaal via het binnenhof. Uiteindelijk belandden we in de Passage, waar ik in diverse schoenenzaken schoenen heb gepast. ik heb namelijk weer een paar nodig voor bij mijn pak, voor de komende feestdagen. Ik ben echter niet geslaagd, vooralsnog vond ik vrijwel alle schoenen te lange neuzen hebben. en aangezien ikzelf al over een aardige gok beschik… Drie lange neuzen aan één lijf wordt iets te veel van het goede.

Img_2205Onze wegen scheidden. Ik ging met de tram naar huis en vervolgens boodschappen doen voor het avondeten. Het werd weer Italiaans met courgette, rode peper, gerookte kip, roomkaas met Italiaanse kruiden en tagliatelle. Dit alles afgemaakt met pijnboompitten. Een smakelijk geheel.

Lunch met cultureel toetje

Beest600x437kw8_2Een korte update voor het digitale dagboek. Gisteren heb ik gelunchd met ex-collega Evita. Een paar maanden eerder hadden wij dit ook al gedaan, en afgesproken is om dit van tijd tot tijd te doen, al is het maar eens in het half jaar.

Gek eigenlijk, met vrijwel geen enkele ex-collega heb ik meer contact. Dan kom ik meteen op een eigenschap die ik als minder goed van mijzelf beschouw, namelijk slecht zijn in het onderhouden van contacten. Dat heeft deels met omgevingsfactoren te maken, deels met het feit dat je in het dagelijks leven met vele mensen omgaat en je niet iedereen kan blijven zien. Punt is wel dat je na verloop van tijd zelfs geen contact meer opneemt met je beste vrienden. Wat houdt je tegen? Misschien het idee dat er een aanleiding moet zijn: je verjaardag bijvoorbeeld, of iets anders. En als je opeens na pakweg een paar jaar iemand opbelt, zit die persoon daar dan op te wachten? En wat moet je eigenlijk zeggen? Maar aan de andere kant: ik ben niet de enige die met dit ‘probleem’ zit.

Het gekke is, ik ‘zit’ nu ook op hyves, faceboek, dutchrunners, Groep 5-hyves en LinkedIn (dit laatste niet zozeer omdat ik nog bezig ben met een carrière, maar omdat ik daarvoor een aantal malen ben uitgenodigd), ik kan nu in principe met iedereen contact opnemen maar doe het niet. Ook dit zal menigeen bekend voorkomen. Dus ‘twitteren’ laat ik maar mooi aan mijn deur voorbijgaan.

Steensater_2 Img_2034 Met een enkele collega, vriend of vriendin uit het verleden heb ik zo nu en dan nog contact. Zelfs met een collega, zeg maar rustig vriendin, uit een veel grijzer verleden. Het vereist wel een bepaalde discipline om ook die contacten niet te laten verwateren. Het beste is om af te spreken dat je van tijd tot tijd iets afspreekt, een terrasje gaat pikken of zo.

Gisteren hebben Evita en ik eerst in de typisch Haagse uitspanning De Posthoorn gelunchd. Het werd uiensoep met brood en koffie met appelgebak na. (Dat lopen we er morgen wel weer af in Monster…).

Onderweg van de Raad voor de Rechtspraak – waar Evita werkt – naar De Posthoorn vroeg zij: "Waar is nu dat museum waar je vroeger gewoond hebt?" Op dat moment waren we nog geen twintig meter van Museum Bredius verwijderd. We spraken af om er na de lunch even binnen te lopen, als er tijd over zou zijn. Alzo geschiedde.

Img_2039 Img_2037Het is en blijft een mooi, zij het relatief onbekend en daardoor niet drukbezocht museum, vol schilderijen van grote meesters en overige kunstschatten uit de gouden eeuw. Dat alles is destijds door de steenrijke Dr. Bredius verzameld en tot op de dag van vandaag goed bewaard gebleven in dit mooie museum waar de geest van de 17e eeuw rondwaart. Een aantal schilderijen die mij als kind van vijf, toen het museum zich nog op de Prinsengracht 6 bevond, al intrigeerden hangt er nog steeds, zoals Jan Steens’ de Sater en de Boer, en De Beestenmarkt, waar nu De Boterwaag en Café De Zwarte Ruiter – voor hip en rockend ‘Dûh Haag’ – zich bevinden.