Beer (roepnaam van IJsbeer, een van de twee katten van mijn dochter) is weer terug! Gistermorgen kreeg ik een opgelucht mailtje, hij is ‘s nachts gevonden. Hij rende weg en hield zich vervolgens schuil onder een auto. Met brokjes en rammelen met het voederbakje wist zij hem te lokken, waarna hij kon worden opgepakt. Nu ligt hij weer lekker op de bank kopjes te geven en te knorren.
Gisteren was een vermoeiende dag. Dat had meer te maken met het afgelopen weekend waarin ik bijna niet heb stilgezeten dan met het werk zelf: al dat wandelen, fietsen en hardlopen gaat niet in je koude kleren zitten. ‘s Avonds gingen we in het kader van de ‘roadshow’ van het Commissariaat (een sessie voorlichtingsavonden voor lokale omroepen) naar de tweede avond, ditmaal in het Van der Valk hotel in Hoofddorp. Ik reed mee met communicatiemanager Wanda B.
Op de derde verdieping van het immense Van der Valkhotel installeerden wij ons en troffen we de voorbereidingen om zo’n 80 medewerkers van lokale omroepen te ontvangen. Later in de avond woonde ik zelf een workshop bij ‘Reclame en sponsoring’. Het is wel mijn eigen werkveld waarvan ik geacht wordt veel te weten maar het is altijd handig om je kennis wat te ‘updaten’. Bijspijkeren heet dat in rond Hollands.
Maar voordat het zover was gingen we eten in het restaurant. Wanneer bij u de lippen gaan krullen bij het begrip ‘eten bij Van der Valk’ en meteen denkt aan gebraden kip, patat en appelmoes met een kers, is dat een begrijpelijke pavlov-reactie. Maar ik moet zeggen: het eten was prima! Er viel bijna niet te kiezen uit de overvloedige menu-kaart. Iedereen nam iets anders, uiteindelijk koos ik voor een bretonse salade met spekjes vooraf, en als hoofdgerecht zonnevis met gegrilde paddestoel en een zeer smakelijk sausje. Uiteraard wel met een garnituur van groenten, gebakken aardappeltjes en patatjes. Alles voortreffelijk bereid.
Tenslotte toch nog een bruggetje van het zakelijke naar een van mijn stokpaardjes, de natuur: de workshop die werd gegeven door mijn collega’s Inge en Pam, werd bijna overstemd door het luide gekwaak van de grote meerkikkers (Rana Ridibunda, het grotere neefje van de groene kikker) dat van buiten kwam en waarvan er kennelijk een flink aantal de vijvers van de hoteltuin bevolken. De aanduiding ‘ridibunda’ (lachend) duidt op het typisch ‘lachende’ gekwaak van de meerkikker, dat anders is dan het meer sonore gekwaak van de gewone groene kikker en de poelkikker.
Filed under: Werk | Leave a comment »