Ik vind de maandag een rotdag om vrij te nemen. Iedereen gaat naar school of werk, veel winkels zijn ’s ochtends of zelfs de hele dag dicht, bovendien heb je al een heel weekend achter de rug waarin je hebt kunnen ontspannen en ‘leuke dingen’ hebt kunnen doen. Op zo’n maandag als gisteren neem je al helemaal geen vrij, want wà t een k*tweer de hele dag. Toch is dat wat ik heb gedaan. Dat wil zeggen: ’s middags heb ik vrij genomen. Maar dat had een reden. Een paar weken terug kreeg ik een uitnodiging van Respect Zorggroep Scheveningen om de opening van een foto-expositie in Bosch en Duin bij te wonen. Fysiotherapeut-fotograaf Ronald van Erkel heeft het afgelopen jaar foto’s van 33 hoogbejaarde bewoners gemaakt, waaronder mijn vader die ook was uitgenodigd, maar geen zin had om naar die expositie te gaan. Ik voelde het wel een beetje als een morele plicht. Het was een bijeenkomst met een praatje vooraf van de directeur (neem ik aan), een hapje en een drankje. Je kon ook iets in een gastenboek schrijven en bij vertrek kon een grote afdruk van de foto worden meegenomen. Dat heb ik ook gedaan en vervolgens ben ik naar pa toegefietst om hem de afdruk te overhandigen. Meteen even bijgepraat.
Thuisgekomen, bleef het maar regenen en niet zo’n klein beetje ook. Ik had geen zin om in dat zijkweer – sorry, dit weertype is niet bevordelijk voor mijn ABN – te gaan trainen. Daarom nu maar even een achterstallig blogje gefabriceerd.
Het is niet mijn gewoonte om een paar dagen na een evenement daarover verslag uit te brengen. Nu is er de uitzondering op de regel. Ik doel natuurlijk op de Tuin van Holland, het marathontheater van Toneelgroep De Appel. Geen probleem, want eerder dit jaar had ik dit gezien, alleen met andere voorstellingen. Dus een groot deel van het verhaal van toen kan nu worden ‘gecopy-past’.
Ditmaal ging ik met mijn vrouw, maar ook anderen van onze trainingsgroep waren er. Zoals Lara, ook zij ging voor de tweede keer. De eerste keer was zij met haar vader, ditmaal met haar dochter. En Pierre was er, Henk Moesman en zijn Grada, Gerard met zijn gade en nu vergeet ik vast de helft. Ja, Eveline, maar die doet de pr voor De Appel (zij bemiddelde voor de kaarten) en Hugo is acteur bij De Appel. Beiden zagen wij dus die avond in functie. Vooral Hugo liet verschillende kanten van zijn persoon zien zoals een professioneel acteur betaamt.
Evenals de vorige keer werd het spits afgebeten in de grote zaal, waar tribunes stonden opgesteld op een kale vloer met hier en daar hoopjes zand, waaroverheen een kabbelend witblauwig licht bewoog. Ook nu daalde, ergens vanuit het plafond, een astronaut – oh nee, een duiker – in volle uitrusting naar beneden. Met zo’n mechanische NASA-stem vertelt hij wat hij ziet, een engelssprekende vrouwenstem vanuit de luidsprekers ‘boven water’ onderhoudt de communicatie met hem. Zo op het eerste gezicht bevindt de man zich in een kaal, levenloos gebied onder water. Hier zou ooit, 2600 jaar na Christus, Nederland gelegen hebben. De duiker begint te graven in een van de zandhopen en stuit al snel op een aantal voorwerpen waaronder een schilderij van Rembrandt, een complete Goudse kaas en een bos rode tulpen. Hilariteit vanuit de zaal: 'typisch' Nederlandse producten. Dan verschijnt een kekke presentatrice/journaliste in mantelpak ten tonele, die een zeer divers gezelschap aankondigt. In een bonte parade verschijnen aansprekende figuren uit de Nederlandse geschiedenis ten tonele.
We herkennen Andre Hazes, Majoor Bosshardt, Prins Bernard, het Zeeuws meisje, Sjoukje Dijkstra, Sinterklaas, Willem van Oranje, een in bont-oranje outfit gestoken voetbalsupporter. De identiteit van anderen komt allengs aan het licht: Mata Hari, Julius Civilis, Anton Mussert, Kenau Simonsdochter Hasselaer, Willem van Oranje en Anne Frank. Al deze iconen verdedigen in dit eerste stuk hun belang alsof dat het belangrijkste van Nederland is.
Het feestje wordt aanvankelijk wreed verstoord door een – geacteerde – allochtone vrouw uit het publiek, die 'ons Nederlanders' de pan uitveegt door luidkeels protesterend aan te geven dat niets ècht Nederlands genoemd kan worden. Hee, waar hebben wij dat meer gehoord?
Met deze eerste voorstelling 'Boven Water' werd om half zes het spits afgebeten van een avond vol theatervoorstellingen gebaseerd op verhalen uit de Nederlandse geschiedenis met 'de Nederlandse identiteit' als rode draad. Een nogal cultuurrelativistisch begin, zou je zeggen. Ik moest meteen denken aan de uitspraak van Máxima dat de Nederlandse identiteit niet bestaat. En als die identiteit al bestaat, wat is dat dan? Inderdaad – zo leert het begeleidende programmaboekje – was Máxima's prikkelende stelling kennelijk aanleiding voor Aus Greidanus, de creatieve theaterduizendpoot en al vele jaren de stuwende kracht achter het Appeltheater, om dit te onderzoeken met een klein team, en de resultaten van deze zoektocht vorm te geven in een mega-theaterproject.
Afgewisseld met verschillend pauzes waarin je iets kon eten en/of drinken, werden vervolgens in drie kleinere zalen die het Appeltheater rijk is voorstellingen uit het moderne drieluik gespeeld: Water, Geld & Geloof en Onze Koloniën. De bedoeling was hieruit één voorstelling te kiezen, wat op ludieke wijze werd aangekondigd door Aus en andere acteurs.
De vorige keer was ik met Henriëtte ‘van de club’, we kozen toen voor Water, een wat 'modern-avant gardistische' vol muzikale, poëtische en choreografische effecten. Niet altijd even makkelijk te volgen, behalve dan dat de strijd met het water altijd wel een van de meest kenmerkende eigenschappen van 'ons Nederlanders' was, is en zal zijn.
Ditmaal was de eerste voorstelling Barnevelt. Maar dat had ik de vorige keer ook al gezien! Dit was echt een klassiek stuk in de sfeer van de Gijsbrecht. We zagen Maria van Utrecht, de vrouw van Johan van Oldenbarnevelt, in – geheel terecht gebleken – ongerustheid over haar echtgenoot, die via een schijnproces op het punt staat ter dood veroordeeld te worden. Louise de Coligny spoort haar persoonlijk aan om bij Maurits, de zoon van Willem van Oranje, o
m gratie te vragen, maar zij weigert omdat dit gelijk zou staan met schuld bekennen. En er was geen sprake van schuld, Van O. was puur slachtoffer van de machtsstrijd tussen hemzelf en Maurits. Hun zoon Willem ondertussen zint op wraak maar zijn zwager weigert de aanslag te financieren waarop Willem Nederland ontvlucht.
In de pauze moest ik nog snel naar de Keizerstraat om wat extra geld te pinnen waarna we we ons te goed deden aan een goedgevuld bord met smakelijke gado-gado. In de tussentijd werden wij bezig gehouden door een groepje zangeressen die middeleeuwse liederen zongen, een hilarisch riddergevecht á la Pien en Bianca, een groep rebellen en een acteur die speciaal voor ons een couplet van het beroemde gedicht van Marsman 'Denkend aan Holland' voordroeg.
Na de pauze bezochten we twee voorstellingen die ik de vorige keer in ieder geval niet gezien heb, Geld & geloof en Onze Koloniën. Eerstgenoemde voorstelling sprak mij het meest aan, met Hugo Maerten en .. als moppentappende figuur, het prototype van de materialist (Financial, makelaar, financieel adviseur) voor wie het leven maar om één ding draait: geld. Dat is dus net zo goed een geloof als het geloof in God. Een mooi bunuel-achtig stuk waarbij veel te lachen maar ook na te denken viel.
Ook mooi was 'De Koloniën'. Een stuk met zang en dans, waarbij op ironische wijze een minder fraaie periode uit de Hollandse geschiedenis belicht wordt.
En uiteraard was er na afloop de slotvoorstelling in de grote zaal, waarbij de acteurs zich weer omkleden in de outfit die zij in het begin droegen.
Tot 31 oktober is De Tuin van Holland nog te bezichtigen!
Filed under: Uncategorized | 2 Comments »