Lijstjestijd – deel 2

Men is al druk bezig met het opstellen van lijstjes. In afwachting daarvan, hier nog een paar aardige. Een uit 1952, ik was toen vier jaar oud, en een uit 1987.

1952
1. Charlie Parker & Dizzy Gillespie – Bird & Diz
2. Hank Williams – Moanin’ The Blues
3. Yma Sumac – Legend of the Sun Virgin
4. Johnny Smith – Moonlight in Vermont (with Stan Getz)
5. Nat “King” Cole – Unforgettable

Legendarische zangeres Yma Sumac vorige maand, met jonge fan

1987
1. Eric B. & Rakim -Paid In Full
2. Sonic Youth – Sister
3. Prince – Sign ‘O’ the Times
4. Boogie Down Productions -Criminal Minded
5. Dinosaur Jr. – You’re Living All Over Me

Lijstjestijd

Maandagavond laat thuis en direct na het eten achter de tekentafel. Morgenochtend moet een illustratie af, dus helaas geen training vanavond. Jammer, want die tempotrainingen op de baan bevallen mij uitstekend. Bovendien is er nu meteen een stuk minder om over te schrijven. Ik moet de schade wel inhalen deze week…..

Lijstjestijd is weer aanstaande! Ik heb aan enkele collega’s op kantoor gevraagd wat hun favoriete cd’s van 2005 zijn. Een Top 5, om het ze niet al te moeilijk te maken. Binnenkort op deze zender eh…dit weblog.

Wie een voorzet wil geven, mail het mij en ik zet je keuze op het log!

Deze beide ‘Top 5-jes’ kwam ik tegen op de recensiesite Rate Your Music. Uit 1956 wel te verstaan!! En daaronder een uit 1979!

1956
1.Frank Sinatra – Songs for Swingin’ Lovers!
2. Sonny Rollins – Saxophone Colossus
3. Ella Fitzgerald & Louis Armstrong – Ella and Louis
4. Charles Mingus – Pithecanthropus Erectus
5. Elvis Presley – Elvis Presley

1979
1. The Clash – London Calling
2.Joy Division – Unknown Pleasures
3. Neil Young – Rust Never Sleeps
4. Gang of Four – Entertainment!
5. Public Image Ltd. – Metal Box

Those were (reunie) and those are (cross) The Days

Zaterdag heb ik niet veel gedaan op loopgebied. Het was een vrij huiselijke, rustige dag met veel PC-activiteit: weblog maken van de reunie, foto’s downloaden, e-mails beantwoorden enzovoorts. ‘s Middags een half uurtje rustig gelopen, naar Meer en Bos en terug. Daarna boodschappen gedaan voor de (vegetarische) Moussaka, mijn zwager logeert bij ons en dochterlief kwam ook eten.

Duinstrandcross
Zondag: eerst in het krachthonk nog wat gestoeid met gewichtjes, daarna naar huis. Ontbeten met zwager, en weer naar de club. Vandaag de jaarlijkse Duinstrandloop! Of eigenlijk Duin-strandcross, het is een echte cross. Wel leuk en avontuurlijk, alleen heb ik altijd moeite met heuvels. Het parcours leidde zoals altijd over het gevarieerde en heuvelachtige terrein van het Westduinpark, met veel paardenpaden en een flink stuk strand, alles bij elkaar zo’n 8,5 km lang.

Ik had mijn blauwe wedstrijdschoenen aan, niet omdat ik ‘iets van plan’ was, integendeel. Maar ze lopen wel lekker, weinig vering en zo, prima voor zo’n parcours. Vrij rustig ging ik van start, mijzelf toesprekend niet te gaan ‘speren’. Toch liep ik de eerste kilometer vlak achter Paul van Oyen en naast Leo Tolboom, wat mij deed besluiten mij nog meer in te houden en relatief ontspannen door te gaan. Toch bleef Leo achter, vermoedelijk wilde hij het ook rustig-aan doen vandaag. Het ging eigenlijk niet eens zo slecht, in aanmerking genomen dat ik geen crosser ben. Dat bleek ook nu weer, Al die tijd liep ik naast Esther Hartman en zo’n vijftien tot twintig meter achter Rob Blijleven, op zeker moment kwam ik dichterbij. Echter bij de opgang van strand ging ik wandelen, het werd mij te zwaar. Maar niet voor lang uiteraard, in de duinen herpakte ik mij. Maar dat wandelen heb ik daarna toch nog zo’n twee keer moeten doen, misschien steeds maar twintig seconden of zo, maar toch. In de laatste kilometer passeerde Leo mij. “Kom op Fred, aanhaken!” Ja, ik geloofde het wel, te weinig zuurstof over. “Ga maar”. Toen we eenmaal bij de Laan van Poot waren, kon ik toch nog iets versnellen en uiteindelijk finishde ik een paar seconden achter Leo.

Iets meer dan 42 minuten, geen reden tot ontevredenheid. De vorm is zeker aanwezig. Dus in de kantine maar meteen ingeschreven voor De Kopjesloop in Delft op 11 december.

Thuisgekomen, dit verslagje gemaakt, met heerlijke muziek van Faithless erbij, de cd No Roots. Een van de beste albums van dit jaar, voor zover ik heb beluisterd.

Those were the Days – deel 2
Hierbij toch nog een paar foto’s van de reunie van mijn oude middelbare school. Gezellig toch?

Reuniepret…..Toos en RenéIngrid en LousInge

Those Were The Days

Vrijdagavond was het zover: de informele reunie van oud-klas en schoolgenoten van het Haags Genootschap. En het was een doorslaand succes, het barre weer ten spijt. Eerlijk gezegd, had ik mij kort van tevoren weinig illusies over de opkomst gemaakt. Gisteren regende het flink, ook op het vlak van afzeggingen. Dat viel te verwachten, een enkeling moest helemaal ‘uit het oosten des lands’ komen en sommige wegen waren vrijwel onbegaanbaar door de files.

Zelf had ik een thuiswedstrijd, en mede-initiatiefneemster Toos ook. Tram en een klein stukje lopen, waardoor ik toch al in vrij verregende toestand café Momfer de Mol binnenkwam.
“Komt u voor de reunie?” vroeg de jongedame achter de bar. Ja, daar kwam ik voor. “Er zit al iemand”. Op de hoek van de bar zat een blonde dame. Even kijken hoor… “Ben jij Ellen van Wijlen?” Ja, dat was zij. Zij herkende mij niet, er waren naderhand enkele klassefoto’s voor nodig om het kwartje te laten vallen. We raakten in gesprek, toen kwam Toos binnen. Een zekere opluchting maakte zich van mij meester, er waren nu sowieso al drie.

Maar toen kwam de een na de ander binnendruppelen: Els Vis en Trudy Groeneveld (allemaal meisjesnamen), René Petiet, Rob Franken, Ingrid de Vries. Een grote brede man met flamboyante krullen: “Dick van Es?” Jawel. Een blonde dame met vlecht. Lous Rubenkamp, vroeger had ze een totaal ander kapsel, in mijn herinnering stond het beeld van Lous met dat kapsel gegrift. “Was jij vroeger niet wat verlegen?” vroeg ik haar. “Nou nee, nooit zo’n last van gehad”. Grappig, al die subjectieve en objectieve associaties die je kunt hebben bij gedachten aan en beelden van “toen”.Inge Zorn kwam ook, tot veler verrassing was zij de enige die onmiddellijk herkenbaar was. “Jee, zij is niets veranderd”. En zo was het.En wie was die keurige heer in pak die wat later die avond verscheen? Maarten van der Toorn, een van de serieuzere en studieuzere mensen uit die tijd. Hij was met zijn jonge neef uit Zwitersland gekomen.

Er is gepraat deze avond, veel gepraat, erg veel gepraat. Dit onder het genot van een drankje en een hapje en afsluitend een eenvoudig edoch lekker en voedzaam maal.

Over één ding waren alle betrokkenen – en de meeste afzeggers – het eens: dit moeten we over niet al te lange tijd (voorjaar?) weer eens doen, als het even kan met nog meer deelnemers!

Those Were The Days – deel 2
Ondanks de vele herinneringen die werden opgehaald, hebben anderen ook nog kans gezien wat foto’s te schieten. Els Vermeulen, (met bril) voorheen Els Vis, heeft er een aantal doorgestuurd. Een selectie.

Rob en Ellen. Ojee….. Memories?!Dick, Fred en TrudyEls en Dick

Zeven maal duizend

Stond vanavond op het programma. Grappig gezicht: een jonge blonde blom (Helmie) die vier oudere heren (Arie, Henk, Fred en Rob) aan het leiden was. Ton was er niet: hij is onlangs jarig geweest en had een kaartje voor het Omniversum gekregen, waar de coverband Pink Project nummers van Pink Floyd zou spelen, uiteraard met de nodige film- en lichtbeelden. Uitgerekend op woensdag trainingsavond? Inderdaad. Slimme move van het thuisfront? Ach, ik weet het niet. Aan de andere kant is het ook wel weer een leuk cadeautje.

Maar Helmie heeft de honneurs waardig overgenomen. Na een vrij lange inloop inclusief plotsklapse Westbroekiaanse wendingen, gingen we voor zeven maal duizend meter in een pittig tempo. Het grootste deel daarvan deden we op de Ockenburghlaan.
De tempo’s varieerden van net onder de vier minuten (Helmie) via 4’20” (Rob) en 4’25” (Fred) tot 4’36” van Henk en Arie. Ging goed, al moest ik na de zesde weer nodig naar de club. Daar gedouched en in het clubhuis gekletst, gebierd en vrij vroeg naar huis. Veel mailtjes – o.a. artikelen voor het clubblad – geopend en beantwoord, daarna nog iets tekenen voor De CultuurMinnaar. Het wordt nog een latertje….

Nassi Goreng: niet goor/eng

Petra vroeg zich af of het niet veel werk was, een rijsttafel. Nee dus, althans niet op de manier waarop ik het klaarmaak. Het is een eenvoudig recept voor een lekkere en voedzame Nassi Goreng. Hierbij het recept. Komt mooi uit, want veel weblogvullends is er gisteren niet gepasseerd.

Voor vier personen:

Ingrediënten
300 gram rijst (naar smaak, zelf neem ik altijd volkorenrijst)
7 eetlepels zonnebloem- of olijfolie
2,5 ons varkenslapjes (neem ik nooit uit principe) of kippevlees, in stukjes
1 ui, geraspt
1 à 2 teentjes knoflook
1 theelepel citroensap
2 theelepels ketoembar (koriander)
1 theelepel laos
0,5 theelepel djintan (komijn)
2 theelepels sambal oelek
Zout
1 theelepel bruine basterdsuiker
2 uien, gesnipperd
2 preitjes of 1 grote prei, in ringen gesneden
2 eetlepels gehakte selderij
3 eetlepels sojasaus (ketjap manis)
100 gram garnalen (zelf neem ik altijd de duurdere Hollandse garnalen)
4 eieren
Wat boter
2 tot 6 plakjes achterham, in reepjes gesneden

Kroepoek
Atjar
Komkommer, in plakjes
Pinda(saté)saus
Gefruite uitjes

Kook de rijst volgens gebruiksaanwijzing (bijna) gaar en droog en laat afkoelen.

Verwarm in een braadpan de helft van de olie. Voeg er het vlees aan toe en laat aan alle kanten 10 tot 15 minuten bruin en gaar bakken.

Doe geraspte uit, geperste knoflook, citroensap, ketoembar, laos, djinten, sambal, zout en basterdsuiker in een kom. Stamp en wrijf alles zo goed mogelijk door elkaar. Zelf doe ik dat in een stenen schaal en plet het geheel met een houten vijzel.

Schep het vlees uit de pan, doe het kruidenpapje in de pan en laat op een laag vuurtje al roerend 4/5 minuten zachtjes fruiten.

Voeg dan de uisnippers, prei, selderij en de rest van de olie (3/4 eetlepels) toe met de ketjap manis. Bak dit geheel 5 minuten op hoog vuur, af en toe roeren en omleggen totdat de groenten half gaar zijn.

Daarna de rijst, vlees en garnalen toevoegen en het geheel bakken op hoog vuur, steeds omscheppend.

Bak eieren in de boter in de koekepan, schep de nassi in een grote (liefst voorverwarmde) schaal. Doe de gesneden reepjes ham er over en daarop weer de gebakken eieren.

Doe de ingrediënten die bij nassi horen (naar smaak en keuze, zoals kroepoek, fruitjes, atjar, pinda’s, komkommer, banaan, extra sambal en ketjap) in bakjes erbij, maak nog een warme pindasaus (vooral lekker in combinatie met de komkommer), en serveer er als drank water of bier bij.

EET SMAKELIJK!

Baantraining en Haagse Bluf

Zondagmorgen heb ik niet gelopen, maar heb nog wel even in het krachthonk een potje bankdrukken gedaan. Dit om de tanende krachten niet nog verder te laten tanen. Aanwezig waren: Harry, Ton, Jan en Menno. De rest van de zondag heb ik in alle rust doorgebracht, zij het dat ik in de stad boodschappen heb gedaan bij de grootste kruidenier van Nederland en daarna een Indische rijsttafel heb bereid voor zwager en schoonzus, die wegens familie-omstandigheden over waren uit Drenthe.

Maandag baantraining. Dat ging wonderwel. Na een klein half uurtje inlopen via de Laan van Poot naar de Bosjes van Pex gingen we weer terug naar de baan, waar we een pyramide hebben gelopen: 200 – 400 – 600 – 800 meter, en weer terug. De meeste tijden ben ik alweer vergeten, alleen die 1’35” op de 400 meter en een 3’16” op de 800 meter. Niet slecht, al zeg ik het zelf. Ik kon ook steeds goed in de buurt van Ton, André en Rob blijven. ‘Joh Fred, je gaat veel te hard!’ riep Leo mij toe, die met Ton Persoon (zie foto) en Marcel aan het trainen was. ‘Valt wel mee’, bracht ik hijgend uit. Maar toen ik mijn schaduw zag op de baan, met die wat opgetrokken schouders, wist ik dat hij gelijk had en liet mijzelf iets terugvallen. De laatste 200 meter liep ik heel hard, ik schat zo’n 40 seconden. Onverantwoord misschien maar puur voor de ‘fun’. Misschien had ik gewoon mijn dag, afwachten maar.

Ton Persoon, vormgever van de Haagse Bluf, en Leo ‘Runningman’ Tolboom, hier tijdens de opening van de baanDaarna redactievergadering. Er zijn weer veel artikelen geschreven, het wordt een dik kerstnummer. Morgen weer een nieuwe dag, ditmaal bij OCW.

Crossing Border: wat genereerde Van der Graaf?

Zaterdagochtend. Na twee halve marathons vlak achter elkaar, nu eens een langere duurloop, pakweg twee uur. Er moet aan het duurvermogen worden gespijkerd ter voorbereiding op de marathon komend voorjaar. Dus met Ton, Helmie, André, Henk Kop en Henk Moesman via Ockenburgh naar Madestein gelopen, daar ieder voor zich – of in kleine groepjes – 35 minuten gerend om bij ‘De Windhappers’ te hergroeperen en daarna terug.
Ik kwam Helmie onderweg tegen en heb met haar opgelopen. Wat voor haar een relaíe duurloop was, betekende voor mij toch al snel een duurloop twee-en-een-half tempo. Ik heb het volgehouden, maar bij terugkeer naar de club ben ik afgehaakt toen de rest nog ‘een puinduintje’ ging pakken.

‘s Middags naar de stad gegaan en na enig passen en meten heb ik mij een broek aangeschaft. Een zwarte. Daarna een verjaardagscadeau, het boek ‘Het Bernini Mysterie’ van Dan Brown gekocht voor Hans ‘van de club’, waar ik ‘s avonds – tussen twee Crossing Border concerten door – op bezoek ging. Op dat feest was familie van de jarige, waaronder ene Willem die diezelfde avond op TV was in het programma ‘Het Zwarte Schaap’. Dus het werd nog even tv-kijken. Het ging ditmaal over de schrijver Klinkhamer die zijn vrouw had vermoord, Willem was de uitgever van zijn boek.

En hoe was het bij Crossing Border?
Toen ik van het feest terugkwam, heb ik nog net de laatste twee nummers van Mercury Rev kunnen meepakken. Goede band. Maar ik kwam eigenlijk voor Van der Graaf Generator.
Mijn verwachtingen waren hooggespannen. In de jaren zestig en zeventig heb ik ze gemist, en het is nog wel een groep die muziek maakt die mij onherroepelijk zou moeten aanspreken. Prog-rock, avant gardistische popmuziek, ik was en ben er niet vies van.

Maar eerst een voordracht van zeven-en-een-halve minuut van schrijver Tommy Wieringa. Na wat sneren naar het publiek las hij onder het motto ‘hoe maak je jezelf gehaat in zeven minuten’ voor uit eigen werk. Het publiek bleek mild gestemd en beloonde hem met flink applaus.

Dus als laatste concert van Crossing Border had ik dat van Van der Graaf Generator gepland. Met frontman Peter Hamill, die eerder die avond solo had opgetreden, iets dat hij ook alweer tientallen jaren doet. Dat optreden heb ik gemist. Helaas: na een kleine twintig minuten Van der Graaf, na dertig jaar gereunieerd, had ik het wel gehoord en gezien. Hectisch, chaotisch en volstrekt a-tonaal, zonder een sprankje lucht en voordurend die luid galmende stem van Hamill. Ik moest de laatste tram halen maar ik was, eerlijk gezegd, blij dat ik weg kon. Voelde ik verbaasde ogen in mijn rug prikken? Ja, je moet maar durven om zó van je domheid blijk te geven, want dat was volgens mij de voornaamste reden dat iedereen bleef: Van der Graaf staat (stond) voor intelligente muziek, als je daar van houdt behoor je tot de intellectuelen. Maar goed, ik hou wel weer van Soft Machine en King Crimson, al is dat toch weer een stuk melodieuzer. Ik ben niet zo’n ‘snapper’, meer een ‘voeler’.

Nee, dan sprak het eerder die avond gehouden concert van Salif Keita mij aanzienlijk meer aan. Sterker nog: het was een geweldig concert! Toch gek, ik had nooit zo veel met Afrikaanse muziek, door bepaalde mensen zo (politiek-correct) gewaardeerd. Volkskrantlezers-muziek vond ik het. Maar andermaal was dit de uitzondering op mijn muzikale smaakregel. Het was een optreden vol muzikale rijkdom en verscheidenheid, vol passie, werveling en dynamiek. Grandioze zevenkoppige band, twee geweldige zangeressen, een goedgebouwde danser en dan Keita, klein en gezet maar met een dijk van een stem. Een bijzondere man, die Keita. Hij werd in 1949 in Mali geboren als albino. Zijn ouders hielden hem lang voor de buitenwereld verborgen omdat ze daar geloven dat albino’s ongeluk brengen. Maar Keita heeft de schade van zijn isolement allang ingehaald. In 1968 verliet hij het ouderlijk huis en werd ontdekt in het dan nog geïsoleerde Afrika. Hij zong bij bands als Bamako en Les Ambassadeurs du Motel, het was zijn stem die deze groepen zo bijzonder maakte. Inmiddels is Keita, juist door die magische stem die hem de eretitel ‘de Caruso van Afrika’ opleverde, wereldberoemd geworden. En deze Caruso zong gisteravond in Den Haag, het was een doorslaand succes.

Van Mr. Jeugdtheater naar Crossing Border

Het was gisteren een dag met de nodige cultuurbeleving. ‘s Middags ben ik vanuit mijn werk naar Jeugdtheater Stella gegaan, althans naar het gebouw waarin het theater is gehuisvest, in de Kerkstraat te Den Haag. Daar nam Ed Scherpenhuijzen afscheid van het ministerie, hij gaat op pre-pensioen na bijna dertig jaar als cultuurambtenaar te hebben gewerkt. Ed, in ‘het veld’ ook bekend als Mister Jeugdtheater en zeer veel genodigden (naar schatting toch wel zo’n tweehonderd mensen, waaronder bekende acteurs en theatermakers) werden in het theater zelf verrast met en vergast op diverse theaterstukjes van het gezelschap, en er werden de nodige toespraken gehouden. Daarna kon er geborreld worden en er was een prima verzorgd koud buffet op Italiaanse leest geschoeid.

Erg lang kon ik niet blijven, want ik moest nog even naar huis en daarna naar het Crossing Border Festival aan het Spui. Omstreeks 21.00 uur was ik daar, het optreden van de Griek Vassilis Lekkas met zijn orkest was zojuist beëindigd en bleek goed geweest te zijn. In de entreehal van het Spuitheater begon juist de Vlaamse groep Das Pop met zijn optreden. Een Britpop-achtig geluid, vrij pretentieloze muziek. Ze brachten een tribuut aan Daniel Johnston. Na een paar nummers zag ik het staartje van een performance van dichter Oscar Kocken in de grote zaal (Stage 1), dat naadloos werd gevolgd door het optreden van de Portugese fadozangeres Mísia.

Wat mij – en vele anderen, bleek naderhand – betreft was dat het hoogtepunt van de avond. Een geweldige groep musici begeleidde de kokette, in glimmend zwart jurkje gehulde zangeres met het Louise Brooks-kapsel die zich op naaldhakken moeiteloos staande wist te houden. In meer opzichten. Ze behoort met Christine Branco tot de grootste fadozangeressen van deze tijd, iets waarvan ze het ademloos luisterende publiek zonder problemen wist te overtuigen. Met haar begeleiders bracht ze werk van haar nieuwste album Drama Box, waarop ze behalve fado Argentijnse en Braziliaanse muziek omarmt. De box is als een hotel, waarvan alle kamers met muzikale kleinoden zijn gevuld.

In de zaal zag ik goede bekenden waaronder René en Mirjam en Walter. Tegen het eind van het concert kwam een zitplaats bij hen in de buurt vrij. Met Walter ging ik nog even naar het naast het Spuitheater gelegen Beeldende Kunstcentrum Stroom, waar o.a. Wim de Bie had opgetreden. In een klein vertrek waren twee DJ-achtige kunstenaars bezig de meest dreigende en doordringende geluiden te toveren uit tientallen versterkers, hetgeen gepaard ging met lichtbeelden die op de wanden werden geprojecteerd.

Weer terug in het Spuitheater zag ik het laatste optreden deze avond, dat van de Akron Family. Uitermate verrassend en opmerkelijk, mag ik wel zeggen. Vier jonge mannen, naar schatting eind-twintigers met een neo-hippie-achtig uiterlijk, zongen nu eens zeer softe, gevoelige liedjes à la Beach Boys of Lovin’Spoonful, dat plotseling afgewisseld werd met geweldige geluidserupties: gierende gitaren, bonkende drums, en dat alles op volle sterkte. Een wonderlijke mix van King Crimson, Led Zeppelin en Beach Boys, maar vooral van de Akron Family. Muziek met een enorme energie en tegelijkertijd met een vette ironische knipoog.Op het laatst gingen ze de zaal in om een gospelachtige song ten gehore te brengen, waarbij het publiek zich niet onbetuigd liet. Een maffe groep.

Vanavond weer, de schrijver Thomas Rosenboom staat op mijn programma, evenals de Afrikaanse Salif Keita, in twee opzichten bijzonder: zijn stem en zijn huidskleur, hij is een albino. Later op de avond Van der Graaf Generator met Peter Hamill. Mercury Rev ga ik waarschijnlijk missen, want ik ga ook nog op verjaardagsvisite bij clubgenoot Hans Drabbe. Morgen meer berichten.

Milieubeweging tandeloze (koren)wolf?

Eerlijk gezegd snap ik die soms omgeremde haat en weerzin tegen de milieubeweging niet. Want als er één beweging die – behalve vreedzaam, want behoud van een leefbare wereld nastrevend – weerloos is en steeds meer gedwongen wordt tot het voeren van achterhoedegevechten, is het ‘de milieubeweging’ wel.

Milieu is ‘uit’ en ondertussen gaan wij ten onderMaar wat is dat eigenlijk, ‘de milieubeweging?’ Daarbij denk ik niet alleen aan alternatieve, punk- en oudere hippie-achtige types van ‘de linkse kerk’ (ook weer zo’n modekreet) maar ook aan allerlei eerbiedwaardige bestuurders, respectabele politici en beroemdheden die een lans breken voor behoud van natuur en milieu. Natuur en Milieu: vieze woorden tegenwoordig, een partij als Groen Links hoor je er nooit meer over. Is het het Folkert van der G.-effect? Alsof alle milieu-activisten potentiële moordenaars zijn. Of is die irritatie er omdat de aanleg van een weg vertraagd of zelfs onmogelijk wordt gemaakt vanwege korenwolf, kamsalamander of vroedmeesterpad? Ach ja, vaart der volkeren, nietwaar. Alles moet wijken voor groei, economisch belang. Concurrentiepositie, weet je wel…. Mij hoor je niet zeggen dat het gelul is (wel denken), want ik heb geen verstand van economie. Maar goed, uiteindelijk wordt wel iets verzonnen om die weg alsnog aan te leggen. Achterhoedegevechten. Dat bedacht ik mij toen ik vanavond naar Netwerk keek. Van wat ik zag werd ik zó moedeloos dat het mijn woede verdrong. De Orang Oetan staat op het punt uit te sterven. Waarom? Bijna al het oerwoud op Borneo en Sumatra is verdwenen, wat betekent dat er de afgelopen tien, vijftien jaar honderden diersoorten moeten zijn uitgestorven. Er zullen nog vele volgen. En dat alles door ongebreidelde houtkap, tegenwoordig kun je vele honderden kilometers door een volstrekt desolaat, kaal landschap rijden waar tien jaar geleden(!!) nog oerwoud was. Waarom moet alles kapot? Handel mijnheer, er worden palmbomen geplant om palmolie te winnen. Het schijnt niet tegen te houden te zijn, want de wereld weet al tientallen jaren dat overal oerwouden verdwijnen, niet alleen de leefgebieden van ontelbare dieren maar tevens de longen van de aarde. Er is geen mens of macht ter wereld die in staat lijkt het tij te keren. Een van de meest aansprekende wezens, de zachtmoedige en intelligente Orang Oetan (bosmens) sterft uit omdat zijn leefgebied, het oerbos, verdwijnt. Daarnaast worden ze afgeschoten. Er zijn nog mensen die bereid zijn het achterhoedegevecht aan te gaan. Dit onder het motto: redden wat er te redden valt. Neem bijvoorbeeld de Stichting Monkey Business. Jonge en zieke, verzwakte en mishandelde Orang Oetans worden opgevangen en zoveel mogelijk opgelapt. Ik neem mijn petje diep voor ze af, want wat zij doen heeft meer effect dan het schrijven van kribbige weblogjes….