De AA-dagen. Zo kun je de afgelopen dagen wel noemen. Donderdag Apeldoorn en gisteren, op de laatste verlofdag van mijn ‘oppas-10 daagse’, was de gang naar Antwerpen.
Het aardige van een treinreis naar Antwerpen is om te beginnen de scherpe overgang van het landschap. Niet lang nadat je Roosendaal gepasseerd bent, weet je dat je in België bent. Je ziet het aan het landschap, de huisjes, de stations, de kleur ervan, overheersend licht-oker zoals je ook in Frankrijk ziet. Het ademt vriendelijkheid uit, een zekere plezierig aandoende rommeligheid en respect voor het niet-meer-zo-nieuwe, wat in schril contrast staat met de vele nieuwbouw en kaal-nuchtere, zakelijke strakheid van Nederland.
Zeker, ook bij onze zuiderburen wordt er gebouwd, maar op een bescheidener manier en met serieuze aandacht voor de omgeving. Tenminste, zo komt dat op mij over. Ronduit prachtig is het station in Antwerpen Centraal geworden. Dat is een treffend voorbeeld van wat ik bedoel. De afgelopen drie jaar ben ik niet in Antwerpen geweest. De laatste keer dat ik er was moest je via een omweg naar Antwerpen Centraal vanwege bouwwerkzaamheden die maar liefst negen jaar hebben geduurd. In 2007 zijn deze afgerond en nu zag ik pas het resultaat.
Onder de monumentale kap uit 1875 is een modern station met vier lagen gekomen. Google leerde mij naderhand dat de architect Jacques Voncke heet, die een mooie balans heeft gevonden tussen de oude en moderne architectuur. Het station, dat nu een directe aansluiting heeft op de hogesnelheidslijn, heeft een open karakter, waardoor ook vanaf de onderste laag nog zicht is op de enorme glazen overkapping. Het verschil tussen het laagste en hoogste punt bedraagt maar liefst 61 meter. Op de plaats van de oude sporen liggen nu zes nieuwe voor binnenlands verkeer. Een laag eronder bevindt zich nu een winkelpromenade, maar daar zijn wij vandaag niet geweest. Op niveau – 1 liggen nog eens vier sporen voor vervoer in het binnenland. Twee lagen onder het ‘maaiveld’ rijden en stoppen internationale treinen en de Thalys, die voorheen dit station niet aandeden. Dat dit nu wel kan heeft te maken met de aanleg van een spoortunnel van bijna 4 kilometer.
Mooi gedaan, vooral ook omdat al die moderne en toch behoorlijk ingrijpende aanpassingen volstrekt in harmonie zijn met het oude station, dat niets heeft ingeboet aan schoonheid. Nog steeds die rijke ornamenten, het bladgoud, de koepels en de prachtige toegangshal, en het stationsgebouw staat er ook nog steeds in oude luister. Ik heb altijd maar het idee dat je zoiets volstrekts natuurlijks en vanzelfsprekends als ‘balans tussen oud en nieuw met nadruk op cultuur en esthetiek’ in ons Nederland moet bevechten.
Maar genoeg nu over het station, we kwamen naar Antwerpen om de dierentuin, de ZOO eigenlijk, te bezichtigen en als er tijd over was nog een stukje Antwerpen te zien.
De dierentuin is ook nog steeds zoals hij in mijn herinnering stond gegrift, al heeft ook daar de tijd niet stilgestaan en zijn er zaken veranderd en worden er nog steeds dingen veranderd. Maar ook hier weer in positieve zin. De entree met het monumentale hek is in ieder geval hetzelfde gebleven.
En dan de dierentuin zelf. Voor het eerst kon ik gebruik maken van mijn status als 60 plusser door een toegangskaartje tegen reductie te kopen. Toch nog 15 euro, maar een ‘normale’ volwassene betaalt maar liefst 19 euro. Niet gering, maar bij ons zijn de kaartjes al net zo duur. Wij volgden bij ontstentenis van een plattegrondje – konden we wel krijgen bij de kassa, maar vergeten en geen zin om terug te lopen – zo goed en zo kwaad als dat ging de route.
We liepen langs de flamingo’s. De eerste zoogdieren die we zagen waren Indische olifanten, een stuk of drie volwassen dieren en een kleintje. Er waren erg veel kinderen in de dierentuin, hele schoolklassen leek wel. Opvallend was dat er nogal wat van die groepen in uniform waren gekleed of, zoals op bijgaande foto, met uniforme petjes. Zelf ervaar ik dat als iets ‘zuidelijks’, in Frankrijk zie je dat wel meer, maar in Antwerpen is dat kennelijk ook het geval. Of het zouden kinderen uit andere streken/landen geweest kunnen zijn.
Iets verderop zagen we in drie onderscheiden verblijven Okapi’s lopen, wonderbaarlijke dieren, half giraffe half antilope, met een ontstellend lange lenige tong waarmee ze zelfs een vliegje uit hun oog kunnen weghalen.
Tot de bewoners van Antwerpen ZOO behoren ook diverse apensoorten, grappige dieren met snorren, kuiven, lange en korte staarten. Makaken, hoelmans, mantelbavianen, mandrils, halfapen zoals maki’s, en ook onze naaste familieleden zoals chimpansees en gorilla’s. Altijd leuk om te zien.
We onderbraken onze ronde door op een terras, aan een lange houten tafel, uit te rusten en iets te gaan eten en/of drinken. De zon scheen op volle kracht dus het was goed toeven daar. Even nadat de merel op de foto was weggevlogen, kwam een man, ongeveer van mijn leeftijd, aan onze tafel zitten met een smakelijk uitziende gebraden kip, gebakken aardappeltjes en salade. Al etende raakten we zo’n beetje aan de praat, hij vertelde ons dat het bedrijf waar hij werkte een afspraak met de ZOO had gemaakt dat werknemers hier tussen de middag konden lunchen. Niet gek lijkt mij, het eten zag er goed uit en de ambiance is prima, zeker in dit seizoen. Ook gaf hij tips over wat er nog zoal te zien was in de dierentuin. Een erg vriendelijke en bescheiden man, met zachte stem zorgvuldig formulerend. Onze zuiderburen zijn toch aanmerkelijk minder grof-direct in hun manier van communiceren dan de meeste Nederlanders. En ze hebben meer met taal. Tenminste, dat is mijn mening.
Voordat we de dierentuin verlieten om een een aanvang te maken met onze korte stadswandeling, maakten we onze route af. Roofdieren, keizerspinquins, giraffen en zebra’s. En we raakten verzeild in een zeeleeuwenshow van een kwartier, met de welbekende trucs met bal, opspringen naar ballon en door een hoepel springen, enzovoorts. Ik heb er nog een paar korte filmshots van gemaakt.
Daarna gingen we naar buiten, althans buiten de dierentuin. We gingen de welbekende Kaiserlei op en liepen een stuk richting centrum. Mijn reisgenote Karin was op zoek naar de Kiplingwinkel waar ze een tas had gezien die in Nederland niet verkrijgbaar leek. In haar gedachten was het ‘ergens links’, maar het duurde wel even voordat wij er waren. Of nee, we kwamen er niet. Zeker verhuisd! Maar geen nood, bij een warenhuis waar wij binnengingen was ook een Kiplingtassen-afdeling. De gewenste tas was er niet bij, dan maar een rood beursje gekocht. Tot onze verrassing zagen we op de terugweg, vlak voor het station, de gezochte winkel! Hoe een geheugen kan werken… Even heel snel die winkel ingeglipt – we moesten de trein terug halen – maar ook daar was de gewenste tas niet bij.
De terugweg half soezend/dommelend doorgebracht. Sneller dan verwacht waren we weer terug in Den Haag. De avond tv-kijkend doorgebracht. Het was een welbestede dag!
Filed under: Flora en fauna | 4 Comments »