Laat ik beginnen met het laatste highlight van woensdag 5 mei: de training bij Haag Atletiek. Wat was het rustig gisteravond, er was zeker de helft minder mensen bij de club dan normaal. Ongetwijfeld zal de mei-vakantie daaraan hebben bijgedragen.
De training dus: wij (Groep 5) waren met z’n zessen: Gerard, Ad, Patrick, Ank, Ilse en mijn persoontje. Er stond, na het inlopen en de warming up, een duurloop op het programma, en dat ging in een vrij pittig tempo. Aanvankelijk kostte het mij best moeite om Patrick en Ilse bij te houden. Dat was zeker in het begin zo, bij de warming up duintje opwaarts. Gelukkig werd er niet al te veel geklommen vanavond. We liepen via Duindorp naar de Houtrustweg en daar linksaf, en na een kleine tweehonderd meter weer linksaf, het strand op. De weg terug richting Kijkduin over het strand hadden we de wind in de rug, dat liep meteen al een stuk lekkerder. Er zat zelfs een fikse tempoversnelling in bij Patrick, en een minder fikse tempoversnelling bij mij.
Terug bij de club, nog wat rekken en ‘hangen aan het hek’. Er kwam een goede bekende langs, fietsend met zijn vrouw of (een) vriendin. "Hallo" zei ik nog. "Goedenavond" groette de goede bekende terug. Toen realiseerde ik mij opeens dat het Wim de Bie was, het kwartje viel pas toen het fietsende stel al lang en breed gepasseerd was. Op de club heb ik nog even wat gedronken, en zelfs een broodje kroket genuttigd, maar lang ben ik niet gebleven.
Overdag zijn we naar het bevrijdingsfestival van Den Haag gegaan, dat zich afspeelde op het Spuiplein en in Theater aan het Spui. Er speelden heel wat artiesten en bands, maar laat ik mij beperken tot wat ik gezien heb. Zo zijn wij (mijn vrouw en ik) eerst naar de theatervoorstelling ‘Eens ‘n Hagenees’ gegaan. Dat was heel bijzonder. Anderhalf uur theater voor nop! En nog goed ook. Tijdens de voorstelling zagen wij de 63-jarige Haagse muzikant Kees Balm, verkleed als tienjarig jongetje, in zijn jeugdherinneringen graven. Het zijn herinneringen aan het Den Haag van de jaren vijftig, met name aan de buurt Transvaal waar Kees opgroeide, in de Steinstraat. Het decor verbeeldde ook typisch zo’n straat uit die jaren, compleet met een trapportiek en verderop een muurtje waar je als jongetje een balletje tegenaan trapte. Samen met een cast vol dansers en zangers nam hij de kijker mee op zijn reis naar die tijd ‘waarin geluk heel gewoon was’.
Hilarisch waren de figuren van ‘Vette Pit’ en de deftige, nogal kakkineuze jongedame, respectievelijk de benedenbuurman en de bovenbuurvrouw van Kees. Vette Pit dankte zijn bijnaam aan het feit dat-ie zijn brommer nooit aan de praat kreeg. Een echte platte Hagenees, onbehouwen, ordinair maar met het hart op de goede plek. De verhouding tot de kakmadam ("Een kapsoneslijer uit ut Beneurdenhout") is op zijn zachtst gezegd gespannen, al was het alleen al door hun volstrekt tegenovergestelde manier van doen en taalgebruik.
Het ijs lijkt enigszins te breken tijdens een straatfeest, waarbij de bakker – die in die tijd het tip-top brood en de Kingcorn nog huis aan huis brengt met zijn wagen van HUS – als Rocking Frankie en een stel Rock and Roll-dansers de voetjes van de vloer weet te krijgen.
Echter Vette Pit verbruidt het weer door de jongedame na een gezellig dansje een oneerbaar voorstel te doen. Eerder had de buurman al geconstateerd dat de dame niet alleen niet thuishoort in de straat van ‘jongens van de gestampte pot’, maar ook dat zij in de acht jaar dat ze er woont nooit herenbezoek heeft gekregen, en hij vond het, sociaal als hij nu eenmaal is, hoog tijd dat zij eens ‘een flinke beurt’ kreeg. De aap komt even later uit de mouw als blijkt dat de vrouw ooit een liefdesrelatie met een Duitse soldaat had en als ‘moffenhoer’ is uitgekotst door familie en vrienden. En dat alleen omdat zij serieus verliefd was op een aardige Duitse soldaat die ook niets meer of minder was dan een dienstplichtige militair: dat is toch de moraal van het verhaal, het geeft toch te denken over onze (snelle voor)oordelen over wat ‘goed’ en wat ‘slecht’ is.
Ook mooi waren de herinneringen van de kleine Kees aan zijn ‘Oom Paul’, een verbaal beperkte maar oersterke man die graag met Keesje op stap ging, en door zijn postuur zonder protesten van omstanders kon voordringen bij de ijskar, en aan zijn ouders. En niet te vergeten aan zijn ‘trekharmonica’ waarmee hij de voorstelling begon (advies van zijn vader toen hij een keer op
school moest spelen: "Laat de klas gewoon meeklappen, dan horen ze niet dat je fouten maakt").
Al met al was het een kostelijke voorstelling, er is een schitterend tijdsbeeld neergezet. Hier en daar wat aangedikt, soms diepzinnig en vooral boordevol humor.
Daarna – nou ja… ruim een uur later – was er een optreden van ‘de oudste Hippie-band van Nederland’, CCC Incorporated. En evenals bij Kees Balm, bestond het publiek overwegend uit vijftigers en zestigers. Jongens, jongens, wat worden we oud… Maar dat neemt niet weg dat men de oudjes onfatsoenlijk lang liet wachten voor een gesloten deur die toegang gaf tot de Grote Zaal van het Spuitheater. De voorstelling zou om half drie beginnen, om vijf voor drie stonden we nog in de rij. Het wachten werd wel wat draaglijker doordat we uitkeken op het ACKU Cultuurpodium, waar artiesten zoals de Samba Cats en cabaretier Ludolf de Pon optraden, maar toch. Is het omdat alles toch gratis was? Laat dan op zijn minst iemand vertellen of omroepen waarom het iets is uitgelopen, zou ik zeggen.
Maar het optreden van de oude hippies – waaronder een weliswaar wat kalende, maar voor dames nog steeds aantrekkelijke Ernst Jansz – was leuk en bij vlagen geestig. Folk, een vleugje C&W, Bluegrass en Dylaneske nummers. Een bebaarde Joost Belinfante was voorzanger van het hilarische lied ‘Nederwiet’ waarbij hij uitvoerig instructie gaf hoe zo’n plantje het beste kan worden verzorgd en geteeld.
Daarna ben ik naar huis gegaan – mijn vrouw was al eerder vertrokken, niet omdat zij het niet leuk vond maar er wachtten werkzaamheden – en terwijl ik via het Spui naar de fietsenstalling op het Buitenhof liep, hoorde ik de energieke opzwepende rock van All Missing Pieces, een goede band jonge honden. Zou weleens de opvolger van Di-rect kunnen worden…
Filed under: Hardlopen/Cultuur | 1 Comment »